Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
25 januari 2022.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 januari 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een gewapende overval op een medewerker van een casino in Limburg in 2017, waarbij de verdachte is veroordeeld voor afpersing op basis van artikel 317.1 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte heeft cassatie ingesteld, omdat het hof het vonnis van de rechtbank ten onrechte deels heeft bevestigd. Het cassatiemiddel stelt dat een van de rechters die het vonnis van de rechtbank heeft gewezen, niet heeft deelgenomen aan het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg. Dit is vastgesteld aan de hand van het proces-verbaal van de terechtzitting, waarin andere rechters zijn vermeld dan die in het vonnis van de rechtbank. De Hoge Raad oordeelt dat deze onregelmatigheid leidt tot de nietigheid van het onderzoek ter terechtzitting en de daarop gebaseerde uitspraak. Hierdoor leent het vonnis van de rechtbank zich niet voor (gedeeltelijke) bevestiging door het hof. De Hoge Raad vernietigt daarom de uitspraak van het hof en wijst de zaak terug naar het gerechtshof 's-Hertogenbosch voor een nieuwe behandeling.