Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met het procesdossier van de eerste aanleg en producties, ingekomen ter griffie op 31 oktober 2019;
- een V6-formulier van [appellante] met een afschrift van de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling in eerste aanleg, ingekomen ter griffie op 15 november 2019;
- het verweerschrift tevens incidenteel hoger beroep houdende wijziging van eis, met producties, ingekomen ter griffie op 16 december 2019;
- het verweerschrift in incidenteel hoger beroep, ingekomen ter griffie op 10 januari 2020;
- een brief van [appellante] met productie 4, ingekomen ter griffie op 1 juli 2020;
3.De beoordeling
rechtens toekomendetransitievergoeding moet dus met inachtneming van deze maatstaf worden berekend.
€ 21.813,28 = € 130.879,68. Deze berekening is onjuist omdat de periode waarover vergoeding verschuldigd is, langer is dan voormelde zes maanden. De arbeidsovereenkomst moet worden opgezegd tegen het einde van een kalendermaand, in dit geval tegen 31 juli 2019. De periode waarover het loon moet worden berekend, is dus vanaf 19 januari 2019 tot en met 31 juli 2019. [appellante] heeft aan [verweerder] het salaris over de hele maand januari 2019 uitbetaald en geen splitsing gemaakt tussen loon en vergoeding. [verweerder] heeft vervolgens een saldo berekening gemaakt, inhoudende dat hij vanaf 2019 recht heeft op een deel salaris en de gefixeerde vergoeding, zijnde 7 x € 21.813,28 ( [verweerder] neemt ten onrechte in zijn berekening € 0,01 teveel op) = € 152.692,96. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft [verweerder] aangegeven dat in zijn loonspecificatie over de maand januari 2019 een commissie is opgenomen die zag op het kwartaal voorafgaande aan die maand. Dit is door [appellante] niet weersproken. Dit betekent dat per saldo een bedrag van € 4.751,52
(€ 152.692,96 minus salaris januari 2019 ad € 16.441,44 en minus betaalde vergoeding
€ 131.500,--) te weinig is betaald. Nu het salaris over de maand januari 2019 als eerste betaald had moeten worden, is voormeld bedrag te weinig betaald op de verschuldigde gefixeerde schadevergoeding. Dit bedrag kan dus worden toegewezen. Tegen de daarover verzochte wettelijke rente is geen gericht verweer gevoerd. Dit deel kan eveneens worden toegewezen.