In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 28 januari 2020 een herstelarrest gewezen op de voet van artikel 32 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Dit arrest betreft een aanvulling op een eerder arrest van 24 december 2019, waarin het hof het eindvonnis van 22 juni 2016 had vernietigd. De appellante, vertegenwoordigd door mr. M.P.J. Letschert, had verzocht om een beslissing over een onderdeel van de vordering, namelijk de terugbetaling van een bedrag dat zij te veel aan de geïntimeerde, Architecten- en Ingenieursbureau [Architecten- en Ingenieursbureau] B.V., had betaald. De geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. R.J. Boogers, refereerde zich aan het oordeel van het hof.
Het hof heeft vastgesteld dat de appellante inderdaad te veel had betaald, en heeft het bedrag van € 11.394,08 vastgesteld dat terugbetaald moet worden, vermeerderd met wettelijke rente. De appellante had in zijn brief van 14 januari 2020 aangegeven dat het hof verzuimd had te beslissen over dit onderdeel van de vordering, en het hof heeft dit verzoek gehonoreerd. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op dezelfde datum, en de aanvulling zal worden vermeld op de minuut van het eerdere arrest.
Dit arrest benadrukt het belang van zorgvuldigheid in civiele procedures en de mogelijkheid voor partijen om verzuimen van de rechter aan te kaarten, zodat recht wordt gedaan aan de vorderingen die zijn ingediend.