Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 8171878 / CV EXPL 19-8015)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep met grieven;
- de akte van depot van [appellante] betreffende het depot van een USB-stick met geluidsopname van het gesprek tussen partijen op 20 juni 2019;
- de memorie van antwoord.
3.De beoordeling
“Aanvullende overeenkomst aangaande artikel 14 van de arbeidsovereenkomst”ondertekend (hierna: het document). In dit document is - voor zover relevant - vermeld:
‘Opgesteld te [plaats] op 20 juni 2019’de handtekening van [medewerker van appellante] namens [appellante] en onder de getypte tekst ‘
Getekend voor ontvangst’de handtekening van [geïntimeerde] .
voorkomingvan onzekerheid of geschil.
“Weliswaar kan rechtsgeldig een vaststellingsovereenkomst worden gesloten ter voorkoming van een (toekomstig) geschil (artikel 7:900 lid 1 BW), maar artikel 7:902 BW brengt mee dat de vaststelling alleen dan in strijd mag komen met dwingend recht indien deze strekt ter beëindiging van een reeds bestaand geschil (en dus niet strekt ter voorkoming daarvan). Een andere opvatting zou het mogelijk maken bij een zodanige overeenkomst de werking van (semi-)dwingend recht op voorhand uit te sluiten en daarmee het
: ‘Oké, dit is alleen maar ter ontvangst.’(transcript, vierde pagina).
“Daar heb je feitelijk al voor getekend”(zie de tweede pagina van het transcript).
vaststellingsovereenkomst’ niet te horen is op de geluidsopname. Kennelijk is dit woord - tussen haakjes geplaatst - door [appellante] aan het transcript toegevoegd.
‘de waarborging van het voortbestaan van ‘De Werkgever’en
‘het belang van de continuïteit van ‘De Werkgever’, welke zinsneden naar het voorlopig oordeel van het hof niet als de bedoelde motivering kunnen gelden, maar algemeenheden betreffen die voor veel werkgevers zouden kunnen gelden.