Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
[Betonboor- & Zaagwerken] Betonboor- & Zaagwerken B.V.,
[de vennootschap] ,
(€ 7.330,73 + € 4.510,81 - € 11.693,04 =) € 148,50.”
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 7 april 2020 een arrest gewezen tot verbetering van een eerder arrest van 11 februari 2020. De procedure betreft een hoger beroep tussen Betonboor- & Zaagwerken B.V. (appellante) en een vennootschap (geïntimeerde). De appellante, vertegenwoordigd door mr. R.P.G. Schelvis, stelde dat er een kennelijke fout in het dictum van het eerdere arrest was gemaakt, specifiek met betrekking tot de veroordeling van de geïntimeerde tot betaling van wettelijke handelsrente over een bedrag van € 148,50. Volgens de appellante was het juiste bedrag € 5.590,54, als gevolg van een rekenfout.
De advocaat van de geïntimeerde, mr. E. Beele, bevestigde in een brief dat beide advocaten tot de conclusie waren gekomen dat de geïntimeerde € 27.594,15 diende te voldoen, wat inmiddels ook was gebeurd. Het hof overwoog dat de veroordeling in het eerdere arrest ten onrechte was gebaseerd op een onjuiste hoofdsom, en dat de wettelijke handelsrente had moeten worden berekend over een bedrag van € 5.590,54 in plaats van € 148,50.
Het hof heeft besloten dat de veroordeling van de geïntimeerde tot betaling van € 11.693,04, vermeerderd met de wettelijke handelsrente, moest worden verbeterd. De verbetering houdt in dat het bedrag van € 148,50 in het dictum wordt gewijzigd naar € 5.590,54. Deze verbetering zal worden vermeld op de minuut van het eerdere arrest. Het arrest is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 7 april 2020.