6.1.In overweging 2.1. tot en met 2.10. van het beroepen vonnis heeft de rechtbank vastgesteld van welke feiten in dit geschil wordt uitgegaan. De door de rechtbank vastgestelde feiten, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt. Het hof zal hierna een overzicht geven van deze relevante feiten.
6.1.1.[solar trade] Solar Trade B.V. (hierna [solar trade] ) en [solar projects] Solar Projects B.V. (hierna [solar projects] ) zijn dochtermaatschappijen van [solar solutions] Solar Solutions B.V. (hierna [solar solutions] ) en vormen (samen met nog andere dochtermaatschappijen) de [groep] die in 2012 is opgericht door MasterPower Investment Holding B.V. In laatstgenoemde vennootschap had het Chinese bedrijf [STI] Co Ltd. activa ondergebracht die waren overgenomen uit het faillissement van [solar systems] Solar Systems B.V. (hierna het “oude [solar systems] ”).
6.1.2.De [groep] dreef een onderneming die zich bezig hield met het design, de productie en de distributie van zonnepanelen.
6.1.3.BP Engineering is een Italiaanse vennootschap die zich bezig houdt met de productie van energie alsmede met de bouw en onderhoud van energieinstallaties.
6.1.4.Partijen hebben in het voorjaar van 2012 onderhandelingen gevoerd over door BP Engineering aan te kopen zonnepanelen ten behoeve van de constructie van een zogenaamde power plant in Italië voor het bedrijf [solare] Solare. Die onderhandelingen hebben geleid tot het door BP Engineering op 11 juni 2012 plaatsen van een order voor in totaal 3.568 zonnepanelen tegen een prijs van € 553.020,--. [solar trade] heeft deze order op 14 juni 2012 bevestigd, waarna BP Engineering de bevestiging voor akkoord heeft ondertekend.
6.1.5.Op deze overeenkomst zijn de “General Sales Conditions of [solar systems] Solar” (hierna de Algemene voorwaarden) van toepassing.
6.1.6.Op 13 juni 2012 hebben [solare] Solare S.r.l. en [de vennootschap] S.A. zich garant gesteld voor de nakoming door BP Engineering van de met [solar trade] gesloten overeenkomst tot levering van zonnepanelen. In verband met die garantstellingen lopen procedures in Italië en Luxemburg.
6.1.7.Tussen 19 en 21 juni 2012 heeft levering plaatsgevonden van uiteindelijk 3.586 zonnepanelen tegen een prijs van in totaal € 555.769,50. BP Engineering heeft de zonnepanelen vervolgens geïnstalleerd in de power plant. [solar trade] heeft de geleverde zonnepanelen bij factuur van 15 juni 2012 ter hoogte van € 329.472,-- en bij factuur van 20 juni 2012 ter hoogte van € 226.297,50, bij BP Engineering in rekening gebracht.
6.1.8.Naar aanleiding van een melding van BP Engineering dat diverse zonnepanelen gebroken waren, heeft [solar trade] nog 44 zonnepanelen aan BP Engineering geleverd. Deze 44 zonnepanelen heeft [solar trade] bij factuur van 14 september 2012 ter hoogte van € 7.260,80 in rekening gebracht.
6.1.9.De advocaat van [solar trade] heeft BP Engineering bij brief van 1 oktober 2012 tevergeefs gesommeerd om tot betaling van de facturen over te gaan.
6.1.10.De rechtbank Limburg heeft bij vonnis van 4 juni 2013 [solar solutions] , [solar trade] en [solar projects] in staat van faillissement verklaard met aanstelling van de curator tot curator.
6.2.1.In de onderhavige procedure vordert de curator in conventie, samengevat, veroordeling van BP Engineering tot betaling van € 563.030,30 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 15 juli 2012, althans 1 oktober 2012 en tot betaling van de buitengerechtelijke kosten ter hoogte van € 4.590,15 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding, met veroordeling van BP Engineering in de proceskosten en nakosten.
6.2.2.Aan deze vordering heeft de curator, kort samengevat, het volgende ten grondslag gelegd.
Partijen hebben een koopovereenkomst gesloten. Op grond van deze koopovereenkomst heeft [solar trade] tussen 19 juni 2012 en 21 juni 2012 3.586 PV-modules aan BP Engineering verkocht en geleverd. De koopprijs voor deze modules bedroeg € 555.769,50. In september 2012 heeft [solar trade] aanvullend nog 44 PV-modules geleverd aan BP Engineering ad € 7.260,80. BP Engineering heeft, ondanks herhaalde aanmaning en sommatie, nagelaten de daarop betrekking hebbende facturen aan [solar trade] te betalen. De curator vordert daarom van BP Engineering nakoming van de uit de koopovereenkomst voortvloeiende betalingsverplichting.
6.2.3.BP Engineering heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de vordering van de curator en heeft voorts de betaling aan [solar trade] voor de geleverde PV-modules opgeschort. Dat verweer van BP Engineering en haar opschorting van de betaling zal, voor zover in hoger beroep van belang, in het navolgende aan de orde komen.
6.2.4.BP Engineering vordert in reconventie, samengevat,
a. te verklaren voor recht dat [solar trade] tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst;
b. de ontbinding van de overeenkomst tussen partijen uit te spreken;
c. te oordelen dat partijen jegens elkaar zijn gekweten van verdere verplichtingen en dat op BP Engineering geen verdere betalingsverplichtingen rusten jegens [solar trade] ,
met veroordeling van de curator in de kosten van dit geding inclusief de nakosten.
6.2.5.De curator heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen deze vorderingen. Dat verweer zal, voor zover in hoger beroep van belang, in het navolgende aan de orde komen.
6.2.6.In het eindvonnis van 3 mei 2017 heeft de rechtbank Limburg de vorderingen van de curator in conventie integraal toegewezen, met uitzondering van de wettelijke handelsrente over de hoofdsom, die eerst vanaf 8 oktober 2012 is toegewezen. In vermeld vonnis heeft de rechtbank de vorderingen van BP Engineering in reconventie afgewezen, met veroordeling van BP Engineering in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente en de nakosten.