Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
21 december 2017, nummer BRE 16/4598 in het geding tussen
1.Ontstaan en loop van het geding
Naar aanleiding van het door belanghebbende op 10 november 2015 tegen dit op aangifte voldane bedrag gemaakte bezwaar heeft de Inspecteur bij uitspraak van 10 juni 2016 het bezwaar ongegrond verklaard.
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen3.1. In geschil is of de in de lijst vermelde 86 leegstaande woningen van belanghebbende per 1 januari 2015 als “voor verhuur bestemde woningen” zoals bedoeld in artikel 1.2, lid 1, onderdeel e, van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II (hierna: Wmv II) zijn te beschouwen.
4.Gronden
5.Beslissing
’s-Gravenhage. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen.