Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
BESLISSING
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 25 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte, geboren in 1982, was eerder veroordeeld voor het medeplegen van gewoontewitwassen. De rechtbank had vastgesteld dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het witwassen van verschillende geldbedragen en goederen, waaronder een woning en luxe artikelen, en had haar hiervoor een gevangenisstraf van 12 maanden opgelegd. De verdachte en de officier van justitie gingen in hoger beroep tegen dit vonnis.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis zou vernietigen en de verdachte zou veroordelen tot een gevangenisstraf van 18 maanden. De verdediging pleitte voor vrijspraak en voerde aan dat de verdachte en haar partner legale inkomsten hadden uit de verkoop van keukenbenodigdheden in het buitenland, wat hen in staat zou hebben gesteld om de aangeklaagde goederen en bedragen te verwerven.
Het hof heeft de zaak grondig onderzocht en vastgesteld dat de verdachte een concrete, verifieerbare verklaring had gegeven over de herkomst van de geldbedragen. Het hof oordeelde dat het openbaar ministerie onvoldoende onderzoek had gedaan naar deze verklaring. Aangezien er geen bewijs was dat de verdachte de ten laste gelegde voorwerpen had witgewassen, sprak het hof de verdachte vrij van alle beschuldigingen. Tevens gelastte het hof de teruggave van in beslag genomen goederen aan de verdachte.