ECLI:NL:GHSHE:2019:4631

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
19 december 2019
Publicatiedatum
20 december 2019
Zaaknummer
200.223.176_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Complexe omgangskwestie met benoeming van een bijzondere curator in een hoger beroep inzake ouderschap en omgangsregeling

In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een complexe omgangskwestie tussen de ouders van een minderjarige. De moeder, appellante in deze procedure, heeft verzocht om onmiddellijke stopzetting van de omgangsregeling, terwijl de vader, verweerder, een verzoek heeft ingediend voor een extern onderzoek naar de kwaliteit van het ouderschapsonderzoek. Het hof heeft beide verzoeken afgewezen en heeft partijen in de gelegenheid gesteld te reageren op de voorgenomen benoeming van een bijzondere curator, drs. I. Sandig. De moeder heeft geen bezwaar gemaakt tegen deze benoeming, en ook de vader heeft zijn instemming gegeven, met de voorwaarde dat de gesprekken met de minderjarige buiten aanwezigheid van de ouders plaatsvinden.

Het hof heeft vervolgens besloten om drs. I. Sandig te benoemen tot bijzondere curator, met als taak om de belangen van de minderjarige te behartigen en te rapporteren over haar relatie met beide ouders. De bijzondere curator moet onder andere onderzoeken hoe de minderjarige zich verhoudt tot haar ouders en wat de obstakels zijn voor contact met haar vader. Het hof heeft de bijzondere curator de vrijheid gegeven om instructies aan de ouders te geven over het brengen en halen van de minderjarige, en heeft bepaald dat de curator verslag moet uitbrengen vóór 26 maart 2020. Tot die tijd houdt het hof iedere verdere beslissing aan.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Team familie- en jeugdrecht
Uitspraak: 19 december 2019
Zaaknummer: 200.223.176/01
Zaaknummer eerste aanleg: C/010/318316 / FA RK 17-1025
in de zaak in hoger beroep van:
[de moeder],
wonende te
[woonplaats] ,
appellante,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat: mr. R.S. Knegtmans,
tegen
[de vader],
wonende te
[woonplaats] ,
verweerder,
hierna te noemen: de vader,
advocaat: voorheen mr. I.K. Kolev, thans mr. I.E. Nonnemaker.
In zijn hoedanigheid als omschreven in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend: de Raad voor de Kinderbescherming,

9.De beschikking d.d. 28 november 2019

Bij die beschikking heeft het hof:
- het verzoek van de vader tot het laten verrichten van een extern onderzoek naar de kwaliteit van het ouderschapsonderzoek afgewezen;
- het verzoek van de moeder tot onmiddellijke stopzetting van de omgangsregeling, althans bepaling dat aan de uitspraak van de voorzieningenrechter van 18 juni 2019 geen uitvoering behoeft te worden gegeven totdat in hoger beroep door het hof definitief uitspraak is gedaan, afgewezen;
- partijen in de gelegenheid gesteld te reageren op de voorgenomen benoeming van een bijzondere curator, in dit geval drs. I. Sandig;
- iedere verdere beslissing aangehouden.

10.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

10.1.
Het hof heeft kennisgenomen van de inhoud van:
- het journaalbericht met bijlage van de advocaat van de moeder van 2 december 2019, ingekomen op 2 december 2019;
- het journaalbericht met bijlage van de advocaat van de vader van 3 december 2019, ingekomen op 4 december 2019.

11.De verdere beoordeling

11.1.
De advocaat van de moeder heeft het hof bij brief van 2 december 2019 bericht dat de moeder geen bezwaar heeft tegen de benoeming van een bijzondere curator in de persoon drs. I. Sandig.
De advocaat van de vader heeft het hof bij brief van 3 december 2019 bericht dat de man geen bezwaar heeft tegen de benoeming van mr. drs. I. Sandig tot bijzondere curator en dat hij zich tevens kan vinden in de taakomschrijving.
Hij verzoekt hieraan toe te voegen dat de gesprekken die de bijzondere curator met [minderjarige] zal voeren buiten aanwezigheid van beide ouders zullen plaatsvinden.
De vader acht het van belang dat [minderjarige] door een neutraal persoon naar de bijzondere curator gebracht wordt en eventueel in het begin tijdens die gesprekken (het gehele gesprek of alleen aan het begin van het gesprek) door deze neutrale persoon bijgestaan wordt. Een oud vertrouwenspersoon van school, mevrouw [vertrouwenspersoon] , is bereid hieraan haar medewerking te verlenen.
11.2.
Het hof zal thans overgaan tot benoeming van mr. drs. I. Sandig tot bijzondere curator. De taak van de bijzondere curator in dezen is met name om na te gaan hoe [minderjarige] in deze kwestie staat, waarbij (indien mogelijk) de volgende vragen dienen te beantwoord:
- hoe verhoudt [minderjarige] zich tot haar vader en hoe verhoudt zij zich tot haar moeder en waar komt deze houding ten opzichte van haar vader en ten opzichte van haar moeder vandaan?
- wat maakt, behoudens de strijd tussen de ouders, dat het zo moeilijk is contact tussen [minderjarige] en haar vader tot stand te brengen?
- vloeien uit hetgeen de bijzondere curator omtrent het voorgaande gaat rapporteren nog belangrijke aspecten voort die gevolgen hebben voor het ouderlijk gezag over [minderjarige] en de contactregeling tussen de vader en [minderjarige] ?
De gesprekken tussen [minderjarige] en de bijzondere curator dienen buiten aanwezigheid van de ouders plaats te vinden.
Het hof hecht er ook aan dat de ouders zich zullen inspannen het brengen en halen van [minderjarige] op neutrale wijze te laten verlopen. Het hof laat de bijzondere curator de vrijheid om de ouders instructies te geven op dit punt. De inrichting van gesprekken die de bijzondere curator met [minderjarige] , ouders of derden voert is voor het overige geheel ter bepaling aan de bijzondere curator.
11.3.
Het hof zal iedere verdere beslissing aanhouden.

12.De beslissing

Het hof:
benoemt tot bijzondere curator over [minderjarige] ( [minderjarige] ), geboren op [geboortedatum] 2008 te [geboorteplaats] :
mr. drs. Ingeborg Sandig
Psycholoog Family Mediator NIP
[adres]
[postcode] [plaats]
[telefoonnummer 1] / [telefoonnummer 2] ,
om in deze procedure de belangen van de minderjarige [minderjarige] te behartigen met de taakomschrijving zoals hiervoor onder 11.2. beschreven;
draagt de bijzondere curator op verslag uit te brengen vóór 26 maart 2020, althans vóór deze datum het hof schriftelijk te berichten over de voortgang van haar werkzaamheden;
bepaalt dat de griffier van dit hof:
- er voor zorg draagt dat de bijzondere curator de beschikking krijgt over de actuele adresgegevens van de belanghebbenden (en eventueel te benaderen derden);
- er voor zorg draagt dat de bijzondere curator de beschikking krijgt over de processtukken;
- een afschrift van het rapport van de bijzondere curator te zijner tijd aan partijen en de Raad voor de Kinderbescherming zal toezenden;
bepaalt dat partijen en de raad tot uiterlijk twee weken na toezending van het verslag van de bijzondere curator hierop schriftelijk aan het adres van het hof kunnen reageren;
houdt in afwachting van het verslag van de bijzondere curator iedere verdere beslissing aan tot
26 maart 2020.
Deze beschikking is gegeven door mrs. mr. C.A.R.M. van Leuven, mr. J.F.A.M. Graafland-Verhaegen, mr. E.M.C. Dumoulin en is in het openbaar uitgesproken op 19 december 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.