Uitspraak
GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere motivering van de beslissing in hoger beroep
3.De slotsom
570,88
801,21
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep van een besloten vennootschap (hierna: appellante) tegen een eerdere uitspraak van de kantonrechter te Eindhoven. De appellante had een overeenkomst van opdracht gesloten met een andere besloten vennootschap (hierna: geïntimeerde) voor het inhuren van hostesses tijdens een beurs. De geïntimeerde stelde dat de hostesses hun werkzaamheden niet naar behoren hadden uitgevoerd, wat leidde tot een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst. In een tussenarrest van 16 juli 2019 had het hof de appellante in de gelegenheid gesteld om te reageren op de door de geïntimeerde ingebrachte stukken. De appellante betwistte de claims van de geïntimeerde en voerde aan dat eventuele tekortkomingen niet aan de hostesses te wijten waren, maar mogelijk aan technische problemen met de iPads die gebruikt werden voor het verzamelen van leads.
Het hof oordeelde dat de geïntimeerde onvoldoende bewijs had geleverd voor haar stelling dat de hostesses niet naar behoren hadden gewerkt. De enkele stelling dat er geen leads waren gegenereerd, zonder verdere onderbouwing, was niet voldoende. Het hof concludeerde dat de overeenkomst in stand bleef en dat de geïntimeerde gehouden was om de facturen van de appellante volledig te betalen. De appellante had drie facturen gestuurd, waarvan een deel was betaald, en het hof wees de vordering tot betaling van het openstaande bedrag toe. Daarnaast werd de vordering van de appellante tot betaling van contractuele rente en buitengerechtelijke kosten afgewezen, omdat de algemene voorwaarden niet van toepassing waren op de overeenkomst.
Het hof vernietigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde de geïntimeerde tot betaling van € 1.205,39, na aftrek van een schadevergoeding voor een verloren robot. De geïntimeerde werd ook veroordeeld in de proceskosten van beide instanties. Het arrest werd uitgesproken op 15 oktober 2019.