ECLI:NL:GHSHE:2019:3747

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
10 oktober 2019
Publicatiedatum
10 oktober 2019
Zaaknummer
200.221.494_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstel van een kennelijke schrijffout in een eerdere beschikking inzake familierecht

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 10 oktober 2019 een herstelbeschikking gegeven in hoger beroep. De zaak betreft een eerdere beschikking van 20 september 2018, waarin een kennelijke schrijffout was geconstateerd. In rechtsoverweging 4.6 van de oorspronkelijke beschikking stond vermeld: 'zijn voormalig advocaat', wat onjuist bleek te zijn. Het hof heeft vastgesteld dat het hier gaat om de 'toenmalige advocaat' van de vader, die eerder bij de zaak betrokken was. De vader, aangeduid als appellant, heeft niet gereageerd op de mogelijkheid om schriftelijk zijn mening te geven over de voorgestelde verbetering. De advocaat van de moeder, aangeduid als verweerster, heeft geen bezwaar gemaakt tegen de correctie en heeft dit bevestigd in een brief van 14 augustus 2019.

Het hof heeft besloten de schrijffout te herstellen, aangezien deze zich leent voor eenvoudig herstel. De beslissing houdt in dat de woorden 'zijn voormalig advocaat' in rechtsoverweging 4.6 van de beschikking van 20 september 2018 worden gewijzigd in 'zijn toenmalige advocaat'. Deze verbetering zal worden vermeld op de minuut van de beschikking van 20 september 2018, en de griffier zal een afschrift van de verbeterde minuut aan de betrokken partijen verstrekken. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Team familie- en jeugdrecht
Uitspraak: 10 oktober 2019
Zaaknummer: 200.221.494/01
Zaaknummer eerste aanleg: C/01/316512/ FA RK 17-81
in de zaak in hoger beroep van:
[appellant],
wonende te [woonplaats] ,
appellant,
hierna te noemen: de vader,
voormalig advocaat: mr. M.M. Altena-Staalenhoef,
tegen
[verweerster],
wonende te [woonplaats] ,
verweerster,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat: mr. J.A.M. van Weely.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
Stichting Jeugdbescherming Brabant,
gevestigd te [vestigingsplaats] en mede kantoorhoudende te [kantoorplaats] ,
hierna te noemen: de Gecertificeerde Instelling (GI).
In zijn hoedanigheid als omschreven in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:
de Raad voor de Kinderbescherming,
regio Zuidoost-Nederland, locatie [locatie] ,
hierna te noemen: de raad.

Overwegingen

Het hof heeft een beschikking tussen partijen gegeven op 20 september 2018.
Het hof heeft geconstateerd dat in voormelde beschikking sprake is van een kennelijke schrijffout. Het hof heeft partijen medegedeeld deze fout te willen verbeteren in die zin dat in rechtsoverweging 4.6. de woorden ‘zijn voormalig advocaat’, worden gewijzigd in ‘zijn toenmalige advocaat’.
Partijen zijn in de gelegenheid gesteld zich daarover schriftelijk uit te laten. De vader heeft niet binnen de gestelde termijn gereageerd. De advocaat van de moeder heeft bij brief van 14 augustus 2019 meegedeeld geen bezwaar te hebben tegen verbetering van voormelde fout.
Het hof zal tot herstel van voormelde fout overgaan, nu deze zich voor eenvoudig herstel leent.

De beslissing

Het hof:
bepaalt dat de woorden ‘zijn voormalig advocaat’ in rechtsoverweging 4.6. van de gegeven beschikking van 20 september 2018 moet worden verbeterd en gewijzigd in:
‘zijn toenmalige advocaat’;
bepaalt dat deze verbetering onder de vermelding van de datum 10 oktober 2019 wordt vermeld op de minuut van de beschikking van 20 september 2018 en dat de griffier van de verbeterde minuut aan partijen een afschrift verstrekt.
Deze beschikking is gegeven door mrs. C.A.R.M. van Leuven, J.F.A.M. Graafland-Verhaegen en A.J. van de Rakt en is in het openbaar uitgesproken op 10 oktober 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.