Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met het procesdossier van de eerste aanleg (met uitzondering van producties 1-20 bij het verweerschrift in eerste aanleg) en producties, ingekomen ter griffie op 12 februari 2019;
- het verweerschrift met producties (waaronder producties 1-20 bij het verweerschrift in eerste aanleg), ingekomen ter griffie op 12 april 2019;
- het V6-formulier met brief van [appellant] met producties 46-54, ingekomen ter griffie op 14 mei 2019;
- de brieven van [verweerster] van 15 en 16 mei 2019 met producties 23-26, ingekomen ter griffie op genoemde data;
3.De beoordeling
- Je werk is per 1 oktober 2017 definitief vervallen. Er zijn geen werkzaamheden meer voor je bij de afdeling Logistiek. Vanaf 1 oktober 2017 val je administratief onder de kostenplaats 15491
- Je hoeft vanaf per 1 oktober 2017 niet meer op het werk te verschijnen en mag je 100% richten op je toekomst in een andere functie binnen of buiten [verweerster] . Je bent vrijgesteld om je tijd te besteden aan het vinden van een nieuwe betrekking binnen of buiten [verweerster] en deel te nemen aan de [trainingen] trainingen en de opdrachten en afspraken die voortvloeien uit het outplacement traject. Een overzicht van voorgestelde [trainingen] trainingen is beschikbaar.
- Outplacement aanbieding via [bureau] of tegen een gelijke investering als bij [bureau] in € uit te voeren via een bureau van je keuze. Voor 1 november 2017 graag je keuze bekend maken bij HRM ( [bureau] of andere partij waar je tot het maximale bedrag overeenkomend als [bureau] offerte kan declareren tot en met 30-9-2018).
- Als je een nieuwe betrekking vindt wordt je niet gehouden aan een uitwerktermijn.
- Alle door [verweerster] aan je verstrekte middelen (sleutels, tags, smartphone, iPad en eventueel ander verstrekte middelen) voor 1 oktober 2017 inleveren.
- Intrekken van alle autorisaties ( [schijf] schijf en applicaties van [verweerster] en externe partijen) behalve outlook email omgeving per 1 oktober 2017 is aangevraagd (…).
- Vindt je een nieuwe baan binnen [verweerster] dan worden uiteraard ook alle middelen die daar bij nodig zijn verstrekt en aangevraagd via je nieuwe afdeling.
- Op basis van je belangstellingsregistratie biedt HRM alleen eventueel passende functies van [verweerster] aan om op te kunnen solliciteren.
- Vakantie en ziekmelding via [medewerker 3] (…)”
2017van UWV aan [verweerster] is het hof niet gebleken, van een brief van 31 mei 2018 evenmin. Het bestaan van zo’n brief valt ook niet af te leiden, zoals [appellant] kennelijk doet, uit de meergenoemde brief van [verweerster] van 30 mei 2018. Onweersproken is gebleven dat [verweerster] bij verweerschrift in eerste aanleg (nr. 82) heeft gesteld dat UWV telefonisch om nadere informatie is gevraagd. Ten slotte heeft [verweerster] bij verweerschrift in hoger beroep (nr. 69) aangevoerd dat, wat er zij van [appellant] ’ bekendheid met haar laatstbedoelde brief, hij niet is ingegaan op de voorgelegde vacature van medewerker inkoop. Deze stelling is bij gelegenheid van de mondelinge behandeling in hoger beroep niet weersproken. Daarmee heeft [appellant] onvoldoende onderbouwd welk belang hij heeft bij deze grief, weshalve deze faalt.