Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
5.Beslissing
- verklaarthet hoger beroep ongegrond; en
- bevestigtde uitspraak van de Rechtbank.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin het bezwaar tegen de voldoening van overdrachtsbelasting niet-ontvankelijk werd verklaard. Belanghebbende had op eigen aangifte een bedrag van € 69.000 aan overdrachtsbelasting voldaan bij de verkrijging van onroerende zaken. De Inspecteur verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de bezwaartermijn. In hoger beroep betoogt belanghebbende dat er sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding en dat hij gerechtvaardigd vertrouwen had dat hij bezwaar kon maken tegen de afwijzing van zijn verzoek om ambtshalve teruggaaf.
Het Hof oordeelt dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. De relevante wetgeving, zoals de Algemene wet bestuursrecht, vereist dat een bezwaarschrift binnen zes weken na voldoening op aangifte moet worden ingediend. Het Hof bevestigt dat de overschrijding van de termijn niet kan worden gerechtvaardigd door de advisering van de notaris of door informatie op de website van de Belastingdienst. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de notaris geen vertrouwen kan wekken dat de bezwaartermijn niet geldt. Het Hof verklaart het hoger beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de Rechtbank.