Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
De Heffingsambtenaar is niet verschenen. Hij heeft de griffier korte tijd vóór aanvang van de zitting telefonisch bericht niet aanwezig te zullen zijn.
2.Feiten
2 augustus 2018 opgemaakt door [taxateur 2] . In dit taxatierapport, met als bijlage een taxatiematrix, wordt de onroerende zaak vergeleken met de vergelijkingsobjecten [adres 6] 2, 30 en 34 te [woonplaats] . De scheurvorming is betrokken door de staat van onderhoud als “matig” (factor 2) te kwalificeren. De ligging ten opzichte van de aanvliegroute van de onroerende zaak is gelijk aan die van de vergelijkingsobjecten en daarmee wordt dit aspect geacht te zijn verdisconteerd in de verkoopcijfers van die objecten. In de visie van de taxateur onderbouwen de verkoopcijfers een waarde van € 369.000 voor de onroerende zaak, hetgeen betekent dat de bepaalde waarde niet te hoog is.
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank, voor zover die betrekking heeft op het niet toekennen van een vergoeding van griffierecht en proceskosten; en
- gelast dat de Heffingsambtenaar aan belanghebbende het door deze ter zake van de behandeling van het beroep bij de Rechtbank en het hoger beroep bij het Hof betaalde griffierecht ten bedrage van in totaal € 172 vergoedt, en
- veroordeelt de Heffingsambtenaar in de kosten van het geding bij de Rechtbank en het Hof aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op in totaal € 1.536.