Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde 1] ,wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde 2] ,wonende te [woonplaats] ,
de besloten vennootschap [trading] Trading B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 1 mei 2018 waarbij het hof MB niet-ontvankelijk heeft verklaard in haar hoger beroep tegen het tussen partijen gewezen vonnis van 10 mei 2017 en de zaak, voor zover deze het hoger beroep tegen het vonnis van 14 juni 2017 betreft, verwezen naar de rol voor memorie van grieven aan de zijde van MB;
- memorie van grieven;
- memorie van antwoord.
6.Vaststaande feiten
7.De procedure in eerste aanleg
8.De verdere beoordeling in hoger beroep
primair: vernietiging van de verdeling van 18 november 2014, althans deze te wijzigen en veroordeling van [geintimeerden c.s.] uit hoofde van dwaling/wanprestatie/oneerlijke handelspraktijken tot betaling van een bedrag van
- subsidiair: gelasting van de verdeling van de gemeenschap en bepaling dat [naam paard] aan MB zal worden toebedeeld uit hoofde van dwaling/wanprestatie/oneerlijke handelspraktijken zonder toekenning van een aandeel aan [geintimeerden c.s.] ;
- meer subsidiair(in het geval de verdeling van 18 november 2014 in stand blijft):