9.5.Nu partijen niet tot een gezamenlijk voorstel met betrekking tot de te benoemen deskundige hebben kunnen komen, heeft het hof dr. W.I.M. Verhagen, als neuroloog verbonden aan het [ziekenhuis] te [plaats] en lid van de NVMSR, gevraagd of hij bereid en in staat is om het verlangde onderzoek uit te voeren. Deze heeft zich daartoe bereid verklaard. Hij begroot de met het onderzoek gemoeide kosten op € 7.260,= inclusief btw. Het hof zal hem de navolgende vragen voorleggen, waarbij de vragen 3 en 6 tot en met 10 zijn toegevoegd aan de vragen zoals die oorspronkelijk waren geformuleerd.
1. Wilt u op basis van het medisch dossier van de onderzochte een beschrijving geven van:
- de medische voorgeschiedenis van de onderzochte op uw vakgebied;
- de medische behandeling van de geconstateerde klachten van de onderzochte en het resultaat daarvan.
2. Wat is de diagnose op uw vakgebied met betrekking tot de klachten van betrokkene, zoals die zich voordeden in de periode van 10 januari 2017 tot en met 14 maart 2017? Wilt u daarbij uw differentiaaldiagnostische overweging geven?
3. Wilt u – ter informatie van het hof - in het kort schetsen wat in het algemeen wordt verstaan onder de term “conversiestoornis” en waardoor in het algemeen een dergelijke stoornis kan ontstaan? Is in het onderhavige geval sprake van een dergelijke stoornis?
4. Welke beperkingen op uw vakgebied bestonden naar uw oordeel bij de onderzochte in haar toenmalige toestand? Wilt u deze beperkingen zo uitgebreid mogelijk beschrijven?
5. Bracht, meer in het bijzonder en voor zover u vanuit uw vakgebied kunt beoordelen, de gezondheidstoestand van [appellante] in de periode van 10 januari 2017 tot en met 14 maart 2017 met zich mee dat haar geheugenfunctie zodanig was verstoord dat zij niet in staat was om de vraag van [stichting] naar de besteding van verdwenen bedragen te beantwoorden, niet in detail en ook niet in grote lijnen?
6. Gesteld dat sprake is van een (selectieve) amnesie, is het dan vanuit uw vakgebied verklaarbaar dat een (selectieve) amnesie bestaat voor het financiële gebeuren in de twee jaar voor het optreden van de klachten in januari 2017?
7. Is het objectief mogelijk dat bij het optreden van de klachten in januari 2017 slechts een (zeer) klein deel van het gehele cognitieve vermogen is aangetast?
8. Gesteld dat sprake is van een (selectieve) amnesie, hoe groot is dan de kans dat de feitelijke gang van zaken door een verbetering van de amnesie wel duidelijk wordt?
9. Stond, voor zover u vanuit uw vakgebied kunt beoordelen, de gezondheidstoestand van [appellante] in de periode van 10 januari 2017 tot en met 14 maart 2017 er anderszins aan in de weg dat zij indirect, door tussenkomst van haar gemachtigde, antwoord kon geven op de vraag van [stichting] naar de besteding van verdwenen bedragen, als niet in detail, dan wel in grote lijnen?
10. Indien er trombolyse is gegeven, is het mogelijk achteraf ischemische veranderingen in het cerebrum vast te stellen dan wel uit te sluiten? Wilt u het antwoord toelichten?
11. Voor zover u vanuit uw vakgebied, eventueel na inschakeling van een neuropsycholoog, voorgaande vragen niet of niet voldoende kunt beantwoorden, is het dan zinvol om een deskundige op een ander vakgebied te benoemen en zo ja, uit welk vakgebied?
12. Is naar uw oordeel sprake van een onderlinge samenhang als het gaat om de informatie die is verkregen van de onderzochte zelf, de feiten zoals die uit het (medisch) dossier naar voren komen en uw bevindingen bij onderzoek en eventueel hulponderzoek?
13. Voor zover u de vorige vraag ontkennend beantwoordt, wilt u dan aangeven wat de reactie was van de onderzochte op de door u geconstateerde inconsistenties en welke conclusies u daaruit trekt?
14. Geven uw bevindingen, los van de hiervoor geformuleerde vraagstelling, nog aanleiding tot het maken van opmerkingen die voor de beoordeling van belang zijn?