Voorts neemt de rechtbank het volgende in overweging. Bij de beoordeling van de
in artikel 288 lid 1, aanhef en sub c van de Fw bedoelde maatstaf, of een schuldenaar
voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij de uit de schuldsaneringsregeling
voortvloeiende verplichtingen naar behoren zal nakomen, worden volgens het gestelde
onder 3.1.3.5. in het “Procesreglement verzoekschriftprocedures insolventiezaken
rechtbanken”, landelijk uniforme beoordelingscriteria gehanteerd zoals in bijlage IV van dat
procesreglement zijn opgenomen. Ingeval van psychosociale problematiek wordt een
verzoeker in beginsel alleen toegelaten tot de schuldsanering indien aannemelijk is dat deze
problemen al enige tijd beheersbaar zijn, in die zin dat de verzoeker zich in maatschappelijk
opzicht staande weet te houden en voldoende hulp of een voldoende sociaal vangnet
aanwezig is. De beheersbaarheid van de problemen dient te worden bevestigd door een
hulpverlener of hulpverlenende instantie. Verzoeker heeft een schrijven overgelegd van de
heer [huisarts] , huisarts te [plaats] , waarin wordt gesteld dat verzoeker in de afgelopen
zeven jaar veel psychische klachten heeft ervaren en ruim een jaar psychotherapie heeft
genoten. Verzoeker zou daar veel baat bij gehad hebben maar in de afgelopen jaren is de
lijdensdruk dermate hoog opgelopen dat verzoeker prive en zakelijk nog steeds hinder
ondervindt. Gelet hierop, mede in het licht van hetgeen onder overweging 2.3. is
overwogen, is de rechtbank van oordeel dat verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat de
psychosociale problematiek al enige tijd beheersbaar is in die zin dat verzoeker de uit de
schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen – waaronder het verrichten van
betaalde arbeid en het voldoen aan de sollicitatieplicht – naar behoren zal kunnen nakomen
en zich zal kunnen inspannen zoveel mogelijk baten voor de boedel te verwerven.”