In deze zaak gaat het om een arbeidsongeval dat plaatsvond op 23 juni 2016, waarbij de appellante, werkzaam als plukster bij Champignonland B.V., viel en haar linkerpols brak. De appellante had een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en was op dat moment werkzaam bij Champignonland. Na het ongeval heeft zij de werkgever aansprakelijk gesteld, maar de kantonrechter heeft haar vordering afgewezen. De appellante heeft vervolgens hoger beroep ingesteld.
Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de werkgever niet voldoende zorg heeft gedragen voor de veiligheid van de werkplek. De werkgever had moeten zorgen voor maatregelen die het risico op uitglijden zouden minimaliseren, zoals het plaatsen van roosters of borstels bij de overgang van de teeltcel naar de gang. Het hof oordeelt dat de werkgever niet aan zijn zorgplicht heeft voldaan, zoals vastgelegd in artikel 7:658 BW, en dat de appellante recht heeft op schadevergoeding.
Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter en verklaart voor recht dat Champignonland aansprakelijk is voor de schade die de appellante heeft geleden als gevolg van het ongeval. Daarnaast wordt Champignonland veroordeeld in de proceskosten van zowel de eerste aanleg als het hoger beroep. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van werkgevers met betrekking tot de veiligheid van hun werknemers en de noodzaak om adequate maatregelen te treffen om ongevallen te voorkomen.