Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
wanneerverdachte heeft gestoken; alleen vóór of ook nog na het moment van bewustwording van de aanwezigheid van een derde persoon.
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] opgemaakt op 16 juli 2016, dossierpagina’s 77-79, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:
het hof begrijpt: [verdachte] , verdachte) in de tuin zat, stonden [verdachte] en ik op. Ik zag dat hij mij toen sloeg richting mijn buikstreek. Ik sloeg hem daarop terug. [verdachte] liep daarop achteruit door het zwembad richting de schuur. [verdachte] bleef maar slaan richting mijn buikstreek. Onderweg naar het schuurtje voelde ik dat hij mij raakte.
het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 1] , opgemaakt door mr. E.F.G.M. Gelderman, raadsheer-commissaris belast met de behandeling in strafzaken in dit hof, d.d. 18 oktober 2017, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:
het hof begrijpt: verdachte) gestoken met een mes. Eerder die avond heeft hij dat mes laten zien.
het hof begrijpt: verdachte) kwam op een gegeven moment toch naar buiten. Hij is toen op een stoel naast mij gaan zitten en gaan zitten blèren. We zaten op een afstand van ongeveer 1 meter van elkaar. Op een gegeven moment stond hij op en kwam in mijn richting. Toen ben ik op hem afgevlogen en pakte ik hem bij zijn keel. Ik heb hem toen door de tuin heen geduwd. Ik duwde hem in de richting van het schuurtje, eerst door een opblaaszwembadje. Ik had hem toen alsmaar aan zijn keel vast. Hij bleek mij met zijn mes gestoken te hebben.
Een afzonderlijk in het dossier opgenomen geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering, te weten de medische informatie betreffende [slachtoffer 1] , invuldatum 18 augustus 2016, opgemaakt door [naam 1] , die ondertekent bij “naam en handtekening van de arts” voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:
Een afzonderlijk in het dossier opgenomen proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt d.d. 24 augustus 2016 door [verbalisant 1] , brigadier van politie, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende het navolgende:
Het proces-verbaal ter terechtzitting d.d. 12 oktober 2016, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - de navolgende verklaring van verdachte:
De verklaring van verdachte, opgemaakt op 16 juli 2016, doorgenummerde dossierpagina’s 27-30, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:
het hof begrijpt: [slachtoffer 1] , aangever) op mij af. Hij duwde me en begon meteen te meppen. Ik pakte toen mijn mes. Ik trok mijn mes en ondertussen dat hij aan het slaan was, begon ik te steken.
De verklaring van verdachte, opgemaakt op 16 juli 2016, doorgenummerde dossierpagina’s 31-35, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:
Antwoord verdachte: ik had die avond het Magnum Boker mes bij me. Het aangetroffen vlindermes had ik niet bij me die avond.
De verklaring van [slachtoffer 2] , opgemaakt op 17 juli 2016, doorgenummerde dossierpagina’s 87-88, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:
Een overig geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering, opgemaakt op 17 juli 2016, doorgenummerde dossierpagina 97, te weten de medische informatie betreffende [slachtoffer 2] , invuldatum 18 juli 2016, opgemaakt door een [naam 2] (niet goed leesbaar), die ondertekent bij “naam en handtekening van de arts” voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:
Het proces-verbaal onderzoek kleding [slachtoffer 1] , opgemaakt door [verbalisant 3] en [verbalisant 4] , beiden senior forensische opsporing en brigadier van politie, op 8 augustus 2016, dossierpagina’s 189-191, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:
- een zwarte jas, SIN: AAJD3993NL
- een shirt, SIN: AAJD3996NL
- Op een afstand tussen ca. 27,4 en 28 cm vanaf de onderrand en tussen 10 en 14,2 cm vanaf de rits was een nagenoeg horizontale beschadiging aanwezig.
- Op een afstand tussen ca. 12,4 en 14,3 cm vanaf de onderrand en ca. 17 vanaf de rits
- Aan de boven-/voorzijde van de linker mouw was op ca. 19,5 cm vanaf de manchet en 7,5 cm vanaf de witte bles een beschadiging, groot ca. 2 mm, aanwezig.
- Nabij laatstgenoemde beschadiging was tussen 14 en 17 cm vanaf de manchet een
- Nagenoeg in het midden van het shirt was een verticale V-vormige beschadiging. Deze beschadiging was gesitueerd op tussen 26,6 en 28,7 cm van de onderrand en tussen ca. 24 en 25 cm van de linker zijnaad.
- Op een afstand van ca. 5 cm van de linker zijnaad en tussen 19,8 en 21,6 cm van de
De verklaring van verdachte, opgemaakt op 16 juli 2016, doorgenummerde dossierpagina’s 31-35, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:
Antwoord verdachte: Het aangetroffen vlindermes had ik niet bij me op 16 juli 2016.
Kennisgeving van inbeslagneming, doorgenummerde dossierpagina’s 237-241, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:
Het proces-verbaal onderzoek wapen, opgemaakt door [verbalisant 2] , inspecteur van politie, op 16 juli 2016, dossierpagina’s 231-233, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:
Het proces-verbaal ter terechtzitting d.d. 12 oktober 2016, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - de navolgende verklaring van verdachte:
Kennisgeving van inbeslagneming, doorgenummerde dossierpagina’s 237-241, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:
De verklaring van verdachte, opgemaakt op 16 juli 2016, doorgenummerde dossierpagina’s 31-35, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:
Antwoord verdachte: ik had die avond het Magnum Boker mes bij me.
Het proces-verbaal onderzoek wapen, opgemaakt door [verbalisant 2] , inspecteur van politie, op 16 juli 2016, dossierpagina’s 231-233, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:
poging tot doodslag.
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden.
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
- dat veroordeelde zich binnen 48 uur na het onherroepelijk worden van onderhavig arrest telefonisch meldt bij Reclassering Nederland, regio Zuid, tussen 09.00 en 12.00 uur via [telefoonnummer] en dat hij zich zal blijven melden zo frequent en zo lang de Reclassering dit noodzakelijk acht;
- dat de veroordeelde zijn medewerking verleent aan intake en, indien gediagnosticeerd, diagnostiek en hieruit eventueel voortvloeiende behandeling bij GGZ Oost-Brabant of een soortgelijke forensische behandelingstelling, zulks ter beoordeling van Reclassering Nederland, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van de behandeling door of namens de instelling en/of behandelaar zullen worden gegeven zolang Reclassering Nederland dit noodzakelijk acht.
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
€ 2.771,92 (tweeduizend zevenhonderdeenenzeventig euro en tweeënnegentig cent)bestaande uit € 271,92 (tweehonderdeenenzeventig euro en tweeënnegentig cent) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 2.771,92 (tweeduizend zevenhonderdeenenzeventig euro en tweeënnegentig cent)bestaande uit € 271,92 (tweehonderdeenenzeventig euro en tweeënnegentig cent) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
37 (zevenendertig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.