2.2.2Deze bewezenverklaring steunt onder meer op de volgende bewijsmiddelen:
“1. het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer], opgemaakt op 16 juli 2016, dossierpagina’s 77-79, voor zover − zakelijk weergegeven − inhoudende:
(p. 78/79)
Toen ik op zaterdag 16 juli omstreeks 00.15 uur op ongeveer 3 meter afstand van [verdachte] (het hof begrijpt: [verdachte], verdachte) in de tuin zat, stonden [verdachte] en ik op. Ik zag dat hij mij toen sloeg richting mijn buikstreek. Ik sloeg hem daarop terug. [verdachte] liep daarop achteruit door het zwembad richting de schuur. [verdachte] bleef maar slaan richting mijn buikstreek. Onderweg naar het schuurtje voelde ik dat hij mij raakte.
2. het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer], opgemaakt door mr. E.F.G.M. Gelderman, raadsheer-commissaris belast met de behandeling in strafzaken in dit hof, d.d. 18 oktober 2017, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:
(p. 1)
Ik weet dat u mij als getuige zult horen over een steekpartij op 15 a 16 juli 2016 in Ravenstein. Ik ben toen door [verdachte] (het hof begrijpt: verdachte) gestoken met een mes. Eerder die avond heeft hij dat mes laten zien.
(p. 2)
Hij (het hof begrijpt: verdachte) kwam op een gegeven moment toch naar buiten. Hij is toen op een stoel naast mij gaan zitten en gaan zitten blèren. We zaten op een afstand van ongeveer 1 meter van elkaar. Op een gegeven moment stond hij op en kwam in mijn richting. Toen ben ik op hem afgevlogen en pakte ik hem bij zijn keel. Ik heb hem toen door de tuin heen geduwd. Ik duwde hem in de richting van het schuurtje, eerst door een opblaaszwembadje. Ik had hem toen alsmaar aan zijn keel vast. Hij bleek mij met zijn mes gestoken te hebben.
Hij stak gewoon meteen.
(p. 3)
[verdachte] sloeg mij toen we over het zwembadje heen gelopen waren tegen het lichaam. Dat bleken later messteken te zijn.
3. Een afzonderlijk in het dossier opgenomen geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering, te weten de medische informatie betreffende [slachtoffer], invuldatum 18 augustus 2016, opgemaakt door [betrokkene], die ondertekent bij “naam en handtekening van de arts” voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:
Uitwendig waargenomen letsel:
Linker borstkas voorzijde 2 wonden
Linker bovenarm achterzijde 1 wond
en 1 wond aan onderzijde bovenarm
Linker onderbeen buitenzijde wond
Rechts onder tepel wond
Is er sprake van ernstig uitwendig bloedverlies? ernstig (wel shock).
Is er vermoeden van inwendig bloedverlies? ja
4. Een afzonderlijk in het dossier opgenomen proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt d.d. 24 augustus 2016 door [verbalisant 1], brigadier van politie, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende het navolgende:
Op vrijdag 26 augustus 2016 ontving ik, verbalisant, van de rechtbank Oost-Brabant een aantal aanvullende medische onderwerpen/vragen m.b.t. het letsel van aangever/benadeelde [slachtoffer]. Per mail ontving ik de antwoorden afkomstig van de behandelende artsen op de afdeling Spoed Eisende Hulp op de door mij aan het Radboud UMC te Nijmegen gestelde vragen. De antwoorden luidden:
De wonden ter hoogte van het abdomen hebben zich niet beperkt tot het onderhuidse vet. Bij deze wonden is vrije lucht in de buikholte geconstateerd (en dat hoort niet).
De aankondiging van de ambulance van een steekwond in de borst en/of buik, kan zeker een levensbedreigende situatie opleveren.
5. Het proces-verbaal ter terechtzitting d.d. 12 oktober 2016, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - de navolgende verklaring van verdachte:
(p. 2)
Op enig moment klapte ik het mes uit, dat ik met de klip over mijn broekzak had. Ik heb [slachtoffer] één keer bewust gestoken.
Zodra ik op kon staan, duwde ik [slachtoffer] weg. Ik weet dat ik een mes in mijn hand had, toen ik [slachtoffer] wegduwde.
6. De verklaring van verdachte, opgemaakt op 16 juli 2016, doorgenummerde dossierpagina’s 27-30, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:
(p. 28)
Op zaterdag 16 juli 2016 kwam hij (het hof begrijpt: [slachtoffer], aangever) op mij af. Hij duwde me en begon meteen te meppen. Ik pakte toen mijn mes. Ik trok mijn mes en ondertussen dat hij aan het slaan was, begon ik te steken.
(p. 29)
Op een gegeven moment stond hij over mij heen. Toen heb ik hem nog een keer gestoken.
(p. 30)
Ik heb met een Magnum, een Boker, gestoken. Een klapmes.
7. De verklaring van verdachte, opgemaakt op 16 juli 2016, doorgenummerde dossierpagina’s 31-35, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:
(p. 32)
Vraag verbalisant: bij de doorzoeking in je kamer zijn twee messen aangetroffen. Een van de messen is een Magnum Boker en het andere mes is een vlindermes.
Antwoord verdachte: ik had die avond het Magnum Boker mes bij me. Het aangetroffen vlindermes had ik niet bij me die avond.
(p. 33)
Toen [slachtoffer] mij had geduwd en geslagen, heb ik met mijn rechter hand het mes uit mijn rechterbroekzak gepakt. Het mes heb ik geopend met een zwaaibeweging. Ik heb [slachtoffer] toen gestoken. [slachtoffer] bleef gewoon doorvechten. Ik heb toen nogmaals gestoken. Ik stak in zijn linker zij met een boog.
8. De verklaring van [getuige 1], opgemaakt op 17 juli 2016, doorgenummerde dossierpagina’s 87-88, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:
(p. 87)
Op 15 juli 2016 om 20.00 uur was ik op een feestje. Op een gegeven moment kregen twee mensen ruzie. Ik heb een van de jongens vastgepakt, dit was, begreep ik later, [slachtoffer].
Toen ik [slachtoffer] dus vastpakte voelde ik dat ik van die andere jongen een klap tegen mijn linker bovenarm kreeg. Ik merkte dat ik gestoken was toen ik met [slachtoffer] naar de keuken liep.
(…)
10. Het proces-verbaal onderzoek kleding [slachtoffer], opgemaakt door [verbalisant 3] en [verbalisant 4], beiden senior forensische opsporing en brigadier van politie, op 8 augustus 2016, dossierpagina’s 189-191, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:
Van [slachtoffer] werden op 16 juli 2016 te 01:10 uur op de Spoedeisende Hulp van het Radboudziekenhuis te Nijmegen de navolgende kledingstukken veiliggesteld en in beslag genomen:
- een zwarte jas, SIN: AAJD3993NL
- een shirt, SIN: AAJD3996NL
Bij onderzoek aan de jas (AAJD3993NL) werden de volgende beschadigingen gevonden.
Rechter voorpand:
- In het rechter voorpand was, enigszins schuin geplaatst op een afstand tussen 15 en 18 mm vanaf de ritssluiting en tussen 46 en 47,5 cm van de onderrand, een beschadiging aanwezig. Deze beschadiging bestond uit gescheurd en/of gesneden open deel met een lengte van ca. 15 mm overgaand in een krasvormige beschadiging van ca. 20 mm.
Linker voorpand:
- In het linker voorpand, op een afstand tussen 19 en 20,5 cm vanaf de onderrand en nabij de rits, was een schuin geplaatste rafelige beschadiging met een lengte van ca. 17 mm aanwezig. Rondom deze beschadiging was bloed aanwezig.
- Op een afstand tussen ca. 27,4 en 28 cm vanaf de onderrand en tussen 10 en 14,2 cm vanaf de rits was een nagenoeg horizontale beschadiging aanwezig.
- Op een afstand tussen ca. 12,4 en 14,3 cm vanaf de onderrand en ca. 17 vanaf de rits was ter hoogte van de linker steekzak een nagenoeg verticale beschadiging aanwezig.
Linker mouw:
- Aan de achter-/bovenzijde van de linker mouw was een beschadiging aanwezig. Deze beschadiging, groot ca. 34 mm, was nagenoeg parallel aan de witte, door bloed roodgekleurde, bies op een afstand tussen ca 1 en 1,3 cm vanaf deze bies en tussen ca. 43 en 46,2 cm vanaf de manchet.
- Aan de boven-/voorzijde van de linker mouw was op ca. 19,5 cm vanaf de manchet en 7,5 cm vanaf de witte bles een beschadiging, groot ca. 2 mm, aanwezig.
- Nabij laatstgenoemde beschadiging was tussen 14 en 17 cm vanaf de manchet een rafelige beschadiging aanwezig met een lengte van ca. 30 mm.
Bij onderzoek aan het shirt (AAJD3996NL) werden de volgende beschadigingen gevonden.
Voorpand:
- Aan de linkerzijde in het voorpand, gesitueerd op 32 en 32,5 cm vanaf de onderrand en tussen 9,5 en 13,5 cm van de linker zijnaad, was een combinatie van twee beschadigingen aanwezig. Nagenoeg horizontaal onder een hoek van ca. 10 graden was een beschadiging, groot ca. 32 mm, aanwezig. Aan het uiteinde van deze beschadiging was een streepvormige beschadiging van ca. 5 mm. Rondom deze beschadigingen was het shirt bebloed.
- Nagenoeg in het midden van het shirt was een verticale V-vormige beschadiging. Deze beschadiging was gesitueerd op tussen 26,6 en 28,7 cm van de onderrand en tussen ca. 24 en 25 cm van de linker zijnaad.
- Op een afstand van ca. 5 cm van de linker zijnaad en tussen 19,8 en 21,6 cm van de onderrand was een verticale beschadiging, groot ca. 20 mm. Rondom deze beschadiging was het stof van het shirt bebloed.
Linker mouw:
- In de achterzijde van de linker mouw waren twee beschadigingen aanwezig.
Rondom deze beschadigingen was de stof bebloed. De grootste beschadiging, aan de achterzijde in de manchet van de mouw, had een lengte van ongeveer 23 mm, waaraan onder een hoek van ca. 100 graden een korte beschadiging van ca. 6 mm lengte.”