Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
Via Bureau Mediation is het hof vervolgens ingelicht dat de VvE’s niet hebben ingestemd met een mediationtraject. Dit is bevestigd bij brief van mr. Dekker d.d. 14 december 2017. Het hof zal daarom alsnog een inhoudelijk oordeel geven.
3.De beoordeling
een Integraal Kindcentrum (IKC) past op de locatie van [VvE 1] en valt onder de bestemming zoals gesteld in de akte van splitsing van [VvE 1] en bijbehorend modelreglement m.b.t. index 1’ gestemd. In de VvE-vergadering is daarmee besloten dat men geen kinderopvang wenst op de benedenverdieping van de [adres] .
“
(…) een appartementencomplex met toebehoren omvattende een basisschool met veertien klaslokalen en een achtenveertigtal koopappartementen (…)
In artikel A. lid 2 staat vervolgens:
“1. Het appartementsrecht rechtgevende op het uitsluitend gebruik van de schoolruimte op de begane grond met veertien klaslokalen, aula en toebehoren (…).
Voorts staat onder C na vermelding van “
Ter aanvulling en wijziging van dat Modelreglement verklaarde de comparante vast te stellen het navolgende:
(…)
4. De bestemming bedoeld in artikel 17 lid 4 van het Modelreglement is als volgt:a. Het onder A sub 1 genoemde appartementsrecht is uitsluitend bestemd om te worden gebruikt als schoolruimte en hetgeen daartoe behoort in de meest ruime zin (…), een en ander volgens gangbare zedelijke normen en zodanig dat de wederzijdse belangen van eigenaars niet worden geschaad, met dien verstande dat in geval van twijfel of geschil van interpretatie hiervan de vergadering beslist”.
objectieve maatstavente worden afgeleid uit de omschrijving van die akte, bezien in het licht van de gehele inhoud van die akte en in dit geval het modelreglement. Aangezien er niet meer is dan de letterlijke tekst aangaande de bestemming reppend van ‘schoolruimte en hetgeen daartoe behoort in de meest ruime zin (een en ander volgens gangbare zedelijke normen en zodanig dat de wederzijdse belangen van eigenaars niet worden geschaad)’ en geen preambule of overige nadere uitleg beschikbaar is, zal het hof genoemde tekst naar objectieve maatstaven uitleggen.
Nu immers de door SBO gewenste bestemming een permanent karakter heeft en dus niet persoonlijk, tijdelijk en vatbaar voor intrekking zou zijn, is geen sprake van beheer maar van beschikken, aldus de VvE.
Het hof vermag echter niet in te zien waarom de verzochte machtiging niet persoonlijk (aan de Stichting, althans [basisschool] ), tijdelijk (zo lang de gestelde behoefte bestaat) en vatbaar voor intrekking zou zijn. Het verzoek om vervangende machtiging kan derhalve als zodanig worden behandeld.