Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Stichting GGZ Breburg Groep,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
2.Stichting Reinier van Arkel,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
5.Het verloop van de procedure
- de memorie van antwoord in incidenteel appel van Breburg;
- de memorie van antwoord in het incidenteel appel tevens akte houdende bezwaar wijziging eis van de Gemeente;
- het pleidooi in onderhavige zaak, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd;
- de bij H-formulier van 4 september 2018 toegezonden producties 7, 8 en 9, die Breburg bij pleidooi in het geding heeft gebracht;
- de bij H-formulieren van 23 augustus 2018 en 11 september 2018 toegezonden producties 11, 12 en 13, die RvA bij pleidooi in het geding heeft gebracht;
- de bij H-formulier van 10 september 2018 toegezonden producties 15 en 16, die Gemeente bij pleidooi in het geding heeft gebracht.
6.De beoordeling
De Gemeente heeft in bijlage 2 bij het aanbestedingsdocument de tarieven per productcode (type dienstverlening) vermeld waarvoor de Hoogspecialistische Jeugdhulp dient te worden uitgevoerd in 2018.
Nota van Inlichtingen 1:
“Over de tarieven kan niet worden onderhandeld. De codes voor basis-GGz en voor GGz-verblijf blijven in 2018 bestaan. De tarieven hiervoor zijn gebaseerd op de tarieven 2017 met een indexering. In plaats van de DBC’s uit 2017 komen er per 2018 2 nieuwe tarieven, namelijk één voor Behandeling, en één voor diagnostiek. Het uurtarief is berekend op basis van de handreiking VNG. (…)174(...) Opdrachtgever hanteert vaste tarieven per product. Deze zijn door de opdrachtgever vastgesteld en niet onderhandelbaar. Dit maakt dat de tarieven disproportioneel laag en niet reëel zijn.Vragen: Wij verzoeken u met klem om de tarieven naar boven bij te stellen. In de bijlage vindt u een lijst met NZA tarieven die landelijk zijn vastgesteld en reëel zijn om genoemde dienstverlening te leveren. Kunt u bevestigen dat u bereid bent de tarieven naar reële tarieven bij te stellen?”Antwoord gemeente:
“Nee, wij gaan de tarieven niet bijstellen. Over de tarieven kan niet worden onderhandeld. (…)175Voor de tarieven voor de Jeugd-GGZ voor verblijf (bijlage 2) constateren wij dat deze fors afwijken in negatieve zin van de tarieven zoals gesteld door de NZa voor de ggz voor volwassenen en hierdoor niet langer kostendekkend zijn. De NZa stelt zijn tarieven vast op basis van uitgebreid onderzoek en zijn reëel om genoemde dienstverlening te leveren. (…)Vragen: Wij verzoeken u met klem om de tarieven naar boven bij te stellen. In de bijlage vindt u een lijst met NZA tarieven. Kunt u bevestigen dat u bereid bent de tarieven voor verblijf naar reële tarieven bij te stellen?”Antwoord gemeente:
“GGZ zorg voor volwassenen is hier niet van toepassing. Nee, wij gaan de tarieven niet bijstellen. Over de tarieven kan niet worden onderhandeld. (…)176Voor GGz-behandeling is een uurtarief genoemd van € 94,05. Dit ligt A) ver onder de door de NZa berekende kostprijzen voor behandeling in de GGz en B) fors lager dan de andere genoemde tarieven voor behandeling PG, VG en SOM (pag.2): € 105,16.Vraag: Op basis waarvan is het verschil in tarief tot stand gekomen? Wij vragen u met klem de GGZ tarieven naar boven bij te stellen.”Antwoord gemeente:
“De codes voor basis-GGz en voor GGz-verblijf blijven in 2018 bestaan. De tarieven hiervoor zijn gebaseerd op de tarieven 2017 met een indexering. In plaats van de DBC’s uit 2017 komen er per 2018 2 nieuwe tarieven, namelijk één voor Behandeling, en één voor diagnostiek. Het uurtarief hiervoor is berekend op basis van de handreiking VNG. (…)178Er is geen tarief voor consultatie opgenomen. De inzet hiervan kan juist de kosten van hoog specialistische zorg (GGZ) verlagen. Ons voorstel is dat toe te voegen. Gaat de gemeente hiermee akkoord?”Antwoord gemeente:
“Nee. Gemeenten gaan er van uit dat een incidentele consultatievraag onderdeel is van de dienstverlening die een aanbieder levert zonder betaling. Er worden geen nieuwe producten met bijbehorende tarieven en definities toegevoegd, aangezien de bijgevoegde producten naar onze mening voldoende volledig zijn.”
“Een nota van inlichtingen is bedoeld om belangstellenden van de informatie te voorzien op basis waarvan deze de afweging kunnen maken of men daadwerkelijk kan en wil inschrijven Deze vraag valt buiten dit kader omdat het aan de aanbestedende dienst om te bepalen welke prijs zij bereid is om te betalen. Dat hier een onderzoek aan ten grondslag ligt maakt naar onze mening nog niet dat u dit onderzoek nodig heeft om in te schrijven. Het is aan de belangstellende om te bepalen of hij voor de voorschreven prijs de dienst kan verrichten. (…)87De tarieven zijn wat ons betreft vastgesteld onder de kostprijs. Wanneer we een benchmark zouden uitvoeren, komen wij tot de constatering dat de tarieven onder kostprijs door de gemeente zijn vastgesteld. Dit is disproportioneel. U kunt niet verlangen dat een zorgaanbieder onder de kostprijs zorg gaat verlenen. Wij verzoeken u nogmaals met klem om de tarieven naar boven bij te stellen, waarbij u de NZa tarieven en de handreiking VNG bekostiging jeugd GGZ inspanningsgericht, waarin een kostprijs als basis wordt genoemd, als uitgangspunt neemt.Antwoord gemeente:Wij hebben de handreiking VNG als basis voor de kostprijsberekening gehanteerd. Wij gaan de tarieven niet bijstellen.88voor wat betreft verblijf is jeugd GGZ (…) vergelijkbaar met volwassenen GGZ. In het verleden waren de NZa tarieven voor verblijf voor jeugd GGZ gelijkgesteld aan de tarieven van de volwassenen GGZ. De aard van de verblijfszorg is niet gewijzigd na de transitie van de jeugd naar de gemeente. We verzoeken u met klem de disproportioneel lage tarieven naar boven bij te stellen en u te conformeren aan de tarieven zoals vastgesteld door de NZa, eventueel toegepast met reeds voorgestelde korting. Zie hiervoor de beleidsregel van de NZa: TB/REG-18606-01.”Antwoord gemeente:
“Nee, wij gaan de tarieven niet bijstellen. Over de tarieven kan niet worden onderhandeld.89In de handreiking VNG, waarnaar u refereert in uw reactie, hebben wij geconstateerd dat er ook een product wordt voorgesteld voor Hoog specialistische behandeling met productcode [productcode 1] . Wij verzoeken u met klem om dit product over te nemen in uw productcodeslijst met een proportioneel tarief, passend bij de hoog specialistische GGZ. Gaat u hiermee akkoord? Indien u hiermee niet akkoord gaat, verzoeken wij u om hier een toelichting op te geven. En zoals reeds opgemerkt is het tarief voor specialistische behandeling [productcode 2] onder de kostprijs en daarmee disproportioneel. Ook heeft u geen inzicht gegeven in de opbouw van de tarieven. In de handreiking van de VNG, waaraan u refereert, is bij berekening van de tarieven door de VNG aangegeven dat u in uw berekening de volgende elementen moet meenemen: functiemix van de behandelaren, bruto salaris behandelaar, toegerekende overige kosten, netto tijd beschikbaar voor cliënten (uur/jaar). Kunt u aangeven hoe u in uw berekening van tarieven deze onderdelen heeft meegenomen bij de totstandkoming? Kunt u bevestigen dat zowel de cliëntgebonden directe als ook de cliëntgebonden indirecte tijd kan worden gedeclareerd, zoals ook opgenomen in de VNG handreiking bekostiging jeugd ggz pag. 27 spelregels tijdschrijven.”Antwoord gemeente:
“Wij hebben ervoor gekozen om één gemiddeld tarief voor behandeling, en één voor diagnostiek in te voeren. We gaan daarom niet akkoord met het toevoegen van een extra code. Bij de berekening van het tarief zijn functiemix van behandelaren, bruto salaris behandelaar, toegerekende overige kosten en netto tijd beschikbaar voor cliënten (uur/jaar) meegenomen. Wij hanteren de spelregels tijdschrijven zoals genoemd in de handreiking, zoals vermeld in het PvE bij eis 8.Betreft: Consultatie91U stelt dat het een incidentele vraag betreft. Hier zijn wij het niet mee eens. Wij hebben geconstateerd dat we structureel ‘dagelijks’ consultatievragen krijgen. Dit sluit ook aan bij de transformatiegedachten die zowel u en wij beogen. Wij verzoeken u met klem om uw mening te herzien en alsnog een tarief voor consultatie toe te voegen, met een proportioneel tarief.Antwoord gemeente:Nee. Gemeenten gaan er van uit dat een incidentele consultatievraag onderdeel is van de dienstverlening die een aanbieder levert zonder betaling. Er kunnen geen nieuwe producten en tarieven worden toegevoegd in deze aanbestedingsprocedure.”
i) Naar aanleiding van het in dit hoger beroep bestreden vonnis heeft de Gemeente de opdracht opnieuw aanbesteed, waarbij zij enkele tarieven heeft aangepast en gebruik heeft gemaakt van een onderhandelingsprocedure zonder aankondiging. Naar aanleiding van die aanbesteding zijn (met het oog op continuïteit van zorg) tussen Breburg en de Gemeente en tussen RvA en de Gemeente overeenkomsten gesloten voor in 2018 te leveren zorg van de soorten die onderwerp van dit geschil zijn, tegen tarieven die Breburg en RvA ook niet proportioneel achten. De Gemeente heeft aan betaling van die tarieven de voorwaarde verbonden dat zij in onderhavig hoger beroep ongelijk krijgt. Als het hof alsnog het standpunt van de Gemeente deelt, zal vanaf datum arrest met Breburg en RvA worden afgerekend op basis van de tarieven uit de onderhavige aanbesteding.
j) In 2018 heeft de Gemeente ook de aanbestedingsprocedure voor specialistische jeugdhulp vanaf 1 januari 2019 georganiseerd en afgerond. Onder meer met Breburg en RvA zijn daarbij overeenkomsten gesloten.
6.2. Breburg heeft in eerste aanleg gevorderd dat de voorzieningenrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:(i) de gemeente verbiedt op basis van de onderhavige aanbestedingsprocedure ‘Inkoop Hoogspecialistische Jeugdhulp’ overeenkomsten te sluiten;
(i) aan nakosten als bedoeld in artikel 237 Lid 4 Rv een bedrag van € 131 zonder betekening, verhoogd met een bedrag van € 68 in geval van betekening, met bepaling dat als deze kosten niet binnen zeven dagen na de dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis worden voldaan daarover vanaf de achtste dag na dagtekening van het vonnis wettelijke rente is verschuldigd;
(ii) de kosten van de procedure met bepaling dat, als deze kosten niet binnen zeven dagen na de dagtekening van het vonnis worden voldaan, daarover vanaf de achtste dag na dagtekening van het vonnis wettelijke rente is verschuldigd.
“om bij een heraanbesteding recht te doen aan de bijzondere positie van GGz Breburg (…) bijvoorbeeld door het differentiëren van productcodes die passen bij het brede pakket Hoogspecialistische diensten dat grotere instellingen als GGz Breburg verlenen”.
“toe te staan zich te voegen en tussen te komen”.Zij heeft dat verzoek in de conclusie onder meer ook onderbouwd met de mededeling dat zij Breburg wil ondersteunen. Het hof ziet niet waarom dit niet als een (schriftelijke) eis tot voeging dan wel tussenkomst gelezen kan worden.
“dat de wettelijke garantie op continuïteit van hulp is verzekerd en de daarvoor benodigde infrastructuur behouden blijft”(zie citaat van website Transitie Autoriteit Jeugd, opgenomen in de memorie van grieven randnummer 4.1).
op grond van beschikbare psychiaters in deze regio wordt uitgegaan van” deze lagere inzet. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, is deze toelichting niet te begrijpen en een onvoldoende verklaring.