Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/03/192672/ HA ZA 14-345)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep met één productie;
- de memorie van grieven met eiswijziging;
- de memorie van antwoord met producties.
3.De beoordeling
in conventie
(aanvulling hof: ten bedrage van € 7.500,-)en [factuur 5]
(aanvulling hof: ten bedrage van € 20.050,78). (Het hof vult verder aan dat van factuur [factuur 6] ten bedrage van € 316,37 betaling wordt gevorderd). Zij stelt dat de aanneemsom aanvankelijk € 43.488,- bedroeg, maar door in overleg met [appellante] gemaakte extra kosten uiteindelijk uitkwam op € 47.301,77, en dat zij - naast de door [appellante] verrichte betalingen van in totaal € 16.100,- - in totaal € 3.651,- aan kosten wegens eventuele oplevergebreken in mindering heeft gebracht.
€ 3.600,-en
€ 693,-waarop [geïntimeerde] recht heeft.
€ 3.498,-.
€ 2.840,00waartoe [geïntimeerde] gerechtigd is.
€ 300,-voor materialen en overige posten toewijsbaar zijn.
€ 12.783,25in totaal wegens gewerkte uren is verschuldigd.
€ 469,-voor het niet leveren en aanbrengen van dorpels ter plaatse van de schuifdeur en voordeur en
€ 2.000,-wegens het verregenen van de stucwerkgevel in mindering komen op de aanneemsom.
€ 25.063,65(3.600 +5.000 + 300 + 693 + 3.498 + 2.840,40 + 12.783,25 – 1.182 – 469 - 2.000).
€ 9.280,02(25.063,65 + 316,37 – 16.100).