Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
voordoet – de kosten zijn opgeroepen door een fout van de Rechtbank. Het Hof zal wel gebruik maken van de mogelijkheid op de voet van artikel 8:114, eerste lid, van de Awb te bepalen dat het voor het instellen van hoger beroep betaalde griffierecht door de griffier wordt terugbetaald.
5.Beslissing
- vernietigtde uitspraak van de Rechtbank,
- verklaarthet beroep tegen de uitspraken op bezwaar betreffende de aan belanghebbende voor de jaren 2009 tot en met 2011opgelegde navorderingsaanslagen IB/PVV en de voor het jaar 2012 opgelegde aanslag IB/PVV niet-ontvankelijk,
- gelastdat
de griffieraan belanghebbende het door deze ter zake van de behandeling van het hoger beroep bij het Hof betaalde griffierecht ten bedrage van € 124 vergoedt, en - veroordeeltde Inspecteur in de kosten van het geding bij het Hof aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 501.
’s-Gravenhage. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen.