3.1.In de beschikking heeft de kantonrechter onder rov. 2.1 tot en met 2.9 feiten vastgesteld. De grieven van [het slaapcentrum] zijn niet gericht tegen deze feitenvaststelling. Ook [verweerder] heeft die niet bestreden. De door de kantonrechter vaststelde feiten vormen daarom ook in hoger beroep het uitgangspunt. Het hof zal deze feiten hierna weergeven.
a. [verweerder] is op 15 februari 2008 op grond van een schriftelijke arbeidsovereenkomst in dienst getreden van [het slaapcentrum] in de functie van bedrijfsleider voor het filiaal [filiaal] . Het overeengekomen loon bedroeg laatstelijk € 3.024,00 bruto per maand (inclusief 8% vakantiebijslag). [verweerder] verrichtte zijn werkzaamheden gewoonlijk te [plaats] (gemeente Eijsden-Margraten).
b. Op 26 juni 2017 heeft het UWV aan [het slaapcentrum] toestemming gegeven om de arbeidsovereenkomst met [verweerder] op te zeggen op grond van art. 7:669 lid 3 aanhef en onder a BW wegens de slechte financiële situatie van [het slaapcentrum] .
c. Verder heeft het UWV op 26 juni 2017 in een schriftelijke verklaring ingevolge art. 8 van de Regeling UWV ontslagprocedure aan [het slaapcentrum] medegedeeld dat [het slaapcentrum] niet voldoet aan de voorwaarden voor de “overbruggingsregeling” van art. 7:673d BW en art. 24 van de Ontslagregeling.
d. [het slaapcentrum] heeft de arbeidsovereenkomst met [verweerder] opgezegd bij brief van 28 juni 2017. De arbeidsovereenkomst met [verweerder] is als gevolg daarvan geëindigd op 31 augustus 2017.
e. Bij brief van 17 oktober 2017 heeft (de advocaat van) [verweerder] [het slaapcentrum] verzocht om de hem toekomende transitievergoeding van € 9.576,00 te betalen en de eindafrekening te verstrekken.
f. Bij e-mailbericht van 26 oktober 2017 heeft [het slaapcentrum] [verweerder] verzocht een onderbouwing van het door hem berekende bedrag aan transitievergoeding te verstrekken. Verder heeft [het slaapcentrum] hem medegedeeld dat de eindafrekening reeds aan hem toegekend was.
g. Bij brief van 27 oktober 2017 heeft [verweerder] aan [het slaapcentrum] een specificatie/berekening van de transitievergoeding verstrekt en aan [het slaapcentrum] nogmaals verzocht die vergoeding te betalen en aan hem, omdat hij deze niet ontvangen heeft, een eindafrekening te doen toekomen.
h. Bij e-mailbericht (met bijlage) van 2 november 2017 heeft [het slaapcentrum] aan [verweerder] medegedeeld dat zijn berekening van de transitievergoeding niet juist was en, wegens de financiële situatie van [het slaapcentrum] , niet gerechtvaardigd was. [het slaapcentrum] heeft aan [verweerder] voorgesteld een transitievergoeding berekend conform art. 7:673d BW te betalen, vermeerderd met 10%. [het slaapcentrum] heeft verder nogmaals aan [verweerder] medegedeeld de eindafrekening reeds aan hem te hebben doen toekomen.
i. [verweerder] heeft het voorstel van [het slaapcentrum] niet geaccepteerd.
De standpunten van partijen en het oordeel van de kantonrechter
3.2.1.In de onderhavige procedure verzocht [verweerder] [het slaapcentrum] bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen tot betaling van de volgens art. 7:673, tweede lid, BW berekende transitievergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente en de wettelijke verhoging, met veroordeling van [het slaapcentrum] in de proceskosten.
Aanvankelijk heeft [verweerder] tevens verzocht [het slaapcentrum] te veroordelen tot het verstrekken van een eindafrekening. Dit onderdeel van zijn verzoek heeft [verweerder] tijdens de zitting van de kantonrechter ingetrokken omdat [het slaapcentrum] na indiening van het verzoekschrift alsnog tot deze eindafrekening is overgegaan.
3.2.2.[het slaapcentrum] heeft gemotiveerd verweer gevoerd en heeft verzocht om [verweerder] in de proceskosten te veroordelen, vermeerderd met de wettelijke rente en de nakosten.
3.2.3.De kantonrechter heeft in de beschikking [het slaapcentrum] veroordeeld tot betaling van € 9.576,00, zijnde de volgens art. 7:673, tweede lid, BW berekende transitievergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente en heeft [het slaapcentrum] veroordeeld in de proceskosten.
3.2.4.[het slaapcentrum] heeft in hoger beroep 8 grieven, genummerd met Romeinse cijfers, aangevoerd. [het slaapcentrum] heeft geconcludeerd tot vernietiging van de beschikking en tot het alsnog afwijzen van de verzoeken van [verweerder] . Verder heeft [het slaapcentrum] verzocht om [verweerder] te veroordelen tot terugbetaling van hetgeen [het slaapcentrum] uit hoofde van de beschikking aan [verweerder] heeft betaald. [het slaapcentrum] heeft tenslotte verzocht om [verweerder] te veroordelen in de proceskosten van beide instanties.
3.2.5.[verweerder] heeft verweer gevoerd tegen de grieven en geconcludeerd dat de beschikking wordt bekrachtigd.
Bespreking van de grieven van [het slaapcentrum]