ECLI:NL:GHSHE:2018:3051
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- R.R.M. de Moor
- S.M.A.M. Venhuizen
- M. Pannevis
- Rechtspraak.nl
Verzoek om exequatur van een buitenlands arbitraal vonnis
In deze zaak heeft verzoekster, een partij gevestigd in Rusland, het Gerechtshof 's-Hertogenbosch verzocht om verlof te verlenen voor de tenuitvoerlegging van een arbitraal vonnis van 3 juli 2017. Dit verzoek is ingediend op 30 april 2018, met de vraag om de beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren en verweerster, die niet verschenen is, te veroordelen in de kosten. De mondelinge behandeling vond plaats op 20 juni 2018, waarbij de advocaten van verzoekster aanwezig waren, maar verweerster niet. Verzoekster heeft een deurwaardersexploot overgelegd waaruit blijkt dat verweerster op 16 mei 2018 is opgeroepen voor de zitting, maar niemand aanwezig was om de oproep in ontvangst te nemen.
Het hof heeft in zijn beoordeling artikel 1076 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) in acht genomen, dat de voorwaarden schetst waaronder een in het buitenland gewezen arbitraal vonnis in Nederland kan worden erkend en ten uitvoer gelegd. Verzoekster heeft een kopie van het arbitraal vonnis overgelegd, maar het hof heeft vastgesteld dat deze kopie niet voldoet aan de wettelijke eisen, omdat er geen stempels of verklaringen zijn die bevestigen dat het een gewaarmerkt afschrift betreft. Het hof heeft verzoekster de gelegenheid gegeven om vóór 1 september 2018 het origineel of een authentiek afschrift van het arbitraal vonnis over te leggen, evenals een verklaring over de authenticiteit van de overgelegde mailwisseling waarin de arbitrageovereenkomst is vervat.
De uitspraak van het hof houdt in dat verzoekster in de gelegenheid wordt gesteld om de benodigde documenten aan te leveren, en dat verdere beslissingen worden aangehouden totdat dit is gebeurd. De beschikking is openbaar uitgesproken op 19 juli 2018.