ECLI:NL:GHSHE:2018:2931
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Teruggaaf dividendbelasting aan Japans pensioenfonds; juridische verhoudingen onduidelijk
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 12 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de teruggaaf van dividendbelasting aan een Japans pensioenfonds. Het pensioenfonds, dat is opgericht door 72 aangesloten pensioenfondsen, verzocht om teruggaaf van dividendbelasting over de jaren 2008 tot en met 2011. De inspecteur van de Belastingdienst had de verzoeken voor de jaren 2008 en 2009 niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding en de verzoeken voor de jaren 2010 en 2011 afgewezen. De Rechtbank Zeeland-West-Brabant had de beroepen van het pensioenfonds gedeeltelijk gegrond verklaard, maar de inspecteur had hoger beroep ingesteld.
Het Hof oordeelde dat het pensioenfonds niet aannemelijk had gemaakt dat het de uiteindelijk gerechtigde was tot de dividenden. Er was onduidelijkheid over de juridische verhoudingen tussen het pensioenfonds en zijn oprichters, en het Hof kon niet uitsluiten dat de pensioengerechtigden de uiteindelijk gerechtigden tot de dividenden waren. Het Hof concludeerde dat het pensioenfonds niet voldeed aan de voorwaarden voor teruggaaf van dividendbelasting op grond van de Wet op de dividendbelasting en de vrijheid van kapitaalverkeer zoals bedoeld in artikel 63 VWEU.
De slotsom was dat het hoger beroep ongegrond werd verklaard en de uitspraak van de Rechtbank werd bevestigd. De inspecteur werd veroordeeld in de kosten van het incidentele hoger beroep, vastgesteld op € 1.002. De beslissing werd ter openbare zitting uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om beroep in cassatie in te stellen.