In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 5 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de weigering van de rechtbank Limburg om [appellante] toe te laten tot de schuldsaneringsregeling. De rechtbank had op 20 februari 2018 geoordeeld dat niet voldoende aannemelijk was dat [appellante] de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling naar behoren zou kunnen nakomen. Het hof verwijst naar het vonnis van de rechtbank en constateert dat [appellante] een totale schuldenlast heeft van € 46.736,61, en dat het minnelijke traject is mislukt. Tijdens de mondelinge behandeling op 18 april 2018 zijn zowel [appellante] als haar persoonlijke hulpverlener gehoord. Het hof heeft kennisgenomen van diverse indieningsformulieren en verklaringen van hulpverleners. Het hof oordeelt dat de psychosociale problematiek van [appellante] niet voldoende beheersbaar is om aan de vereisten van de Faillissementswet te voldoen. Het hof honoreert het verzoek van [appellante] om de zaak aan te houden voor het overleggen van aanvullende stukken, maar komt tot de conclusie dat de rechtbank terecht het verzoek tot toelating heeft afgewezen. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank.