ECLI:NL:GHSHE:2018:2379
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezag en niet-ontvankelijkheid in hoger beroep
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om de beëindiging van het gezag van de moeder over haar minderjarige kind, dat sinds 14 oktober 2016 onder toezicht staat van de gecertificeerde instelling (GI). De moeder, die in hoger beroep is gekomen tegen een beschikking van de rechtbank Limburg van 14 september 2017, heeft verzocht deze beschikking te vernietigen en het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming af te wijzen. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder op 13 december 2017 bij een ander beroepschrift ook in hoger beroep is gekomen van dezelfde beschikking, wat leidt tot de vraag van ontvankelijkheid. Het hof heeft geconcludeerd dat tegen een rechterlijke uitspraak op grond van de beginselen van goede procesorde slechts éénmaal hoger beroep kan worden ingesteld. Aangezien er al een ander hoger beroep was ingediend, heeft het hof de moeder niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek in hoger beroep. De beslissing is op 7 juni 2018 uitgesproken in het openbaar.