In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 24 mei 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de schuldsaneringsregeling van de appellant, die in eerste aanleg door de rechtbank Limburg was vastgesteld op vijf jaar. De appellant had verzocht om verlenging van de schuldsaneringsregeling met maximaal één jaar, omdat hij hoopte zijn schuldenlast met een schone lei te kunnen beëindigen. De rechtbank had echter geoordeeld dat de appellant zijn sollicitatie- en arbeidsverplichtingen niet naar behoren was nagekomen, wat leidde tot de beslissing om de termijn van de schuldsaneringsregeling te verlengen. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, waaronder de tekortkomingen van de appellant in het voldoen aan zijn verplichtingen en de gevolgen daarvan voor de schuldsaneringsregeling. Het hof concludeerde dat de appellant gedurende een lange periode niet aan zijn sollicitatieplicht had voldaan en dat hij ook zijn informatieplicht niet had nageleefd. De appellant had erkend dat hij op de hoogte was van de herleving van zijn verplichtingen, maar had desondanks niet tijdig gereageerd. Het hof oordeelde dat de rechtbank terecht had besloten de schuldsaneringsregeling te verlengen tot de maximale duur van vijf jaar, en bekrachtigde het vonnis van de rechtbank. De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van verplichtingen binnen de schuldsaneringsregeling en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichtingen.