Uitspraak
8.Het tussenarrest van 28 november 2017
9.Het verdere verloop van de procedure en de verdere beoordeling
10.De uitspraak
twee maandenna dagtekening van dit arrest;
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, gaat het om de aansprakelijkheid van de Provincie Limburg voor een ongeval met een brommer. De appellant, wonende te [woonplaats], heeft in hoger beroep beroep ingesteld tegen de Provincie Limburg, vertegenwoordigd door mr. A.T. Bolt. De zaak is een vervolg op eerdere tussenarresten van het hof, waarin werd bepaald dat er een deskundigenonderzoek moest plaatsvinden. Dit onderzoek werd uitgevoerd door ing. N.L. Bosscha. In het tussenarrest van 28 november 2017 werd een voorschot van € 5.227,20 opgelegd aan de appellant voor de kosten van het deskundigenonderzoek.
De appellant heeft dit voorschot op 14 december 2017 voldaan. De deskundige meldde echter op 27 maart 2018 dat de werkzaamheden omvangrijker waren dan verwacht en vroeg om een aanvullend voorschot van € 4.120,05. De griffier heeft deze informatie aan de advocaten van beide partijen doorgegeven, waarbij de Provincie zich refereerde aan het oordeel van het hof. Het hof heeft vervolgens bepaald dat het aanvullend voorschot door de appellant moet worden voldaan.
In de uitspraak van 24 april 2018 heeft het hof de kosten van de deskundige vastgesteld en de appellant opgedragen het aanvullend voorschot binnen twee weken na ontvangst van de nota te betalen. Tevens werd de termijn vastgesteld voor het indienen van een schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie van het hof. De zaak werd naar de rol van 19 juni 2018 verwezen in afwachting van het deskundigenbericht. Het hof hield iedere verdere beslissing aan, en de uitspraak werd openbaar uitgesproken door de rolraadsheer.