Uitspraak
4.De beschikking van het hof van 29 juni 2017
5.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
Indien het hoofdverblijf aan devaderwordt toegewezen:
Indien het hoofdverblijf aan demoederwordt toegewezen:
- om afwijzing van een contactregeling tussen de vader en [de minderjarige] ;
- te bepalen dat de moeder niet is gehouden uitvoering te geven aan een informatie- en consultatieregeling althans dat zij uitvoering dient te geven aan een informatieregeling met betrekking tot beperkte zaken.
- de vader;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de raad, vertegenwoordigd door mr. [vertegenwoordiger van de raad] ;
- de GI, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de GI 1] en de heer [vertegenwoordiger van de GI 2] .
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg van 24 november 2016;
- het V-formulier van 12 mei 2017 van de advocaat van de moeder met één bijlage waarin zij bezwaar maakt tegen verwijzing van de zaak naar hof Arnhem-Leeuwarden;
- het V-formulier van 31 mei 2017 van de advocaat van de moeder met één bijlage waaruit blijkt dat de moeder geen mondelinge behandeling wenst om het verwijzingsverzoek te behandelen;
- het V-formulier van 1 juni 2017 van mr. Stoffels met één bijlage waaruit blijkt dat de vader evenmin een mondelinge behandeling wenst inzake het verwijzingsverzoek;
- de brief van de advocaat van de vader van 17 juli 2017 met bijlagen en een inventarislijst van het volledige procesdossier;
- het V-formulier van 25 september 2017 van mr. Stoffels waarin hij zich onttrekt als advocaat van de vader;
- de brief van 27 oktober 2017 van mr. Stoffels waarin hij het hof nogmaals meedeelt dat hij zich heeft onttrokken als advocaat van de vader;
- het faxbericht van de GI van 23 januari 2018;
- de brief van de vader van 14 februari 2018 met bijlagen;
- het V-formulier met bijlagen van mr. Daniëls (namens de advocaat van de moeder) van 15 februari 2018, ingekomen ter griffie van het hof op maandag 19 februari 2018;
- het V-formulier met bijlagen van advocaat van de moeder van 23 februari 2018;
- de brief van de vader van 25 februari 2018 met bijlagen.
6.De verdere beoordeling
- bepaald dat de geldige ID-kaart van [de minderjarige] aan de moeder toebehoort;
- bepaald dat de vader gerechtigd is tot begeleid contact met [de minderjarige] in het omgangshuis van Stichting Kompaan/De Bocht, onder de voorwaarde dat de moeder, voordat het traject van begeleide omgang begint, in het bezit komt van de geldige ID-kaart van [de minderjarige] ;
- bepaald dat de verdere invulling van het begeleid contact tussen de vader en [de minderjarige] in nader overleg met de gezinsvoogd zal geschieden;
- partijen bevolen gevolg te geven aan de oproep van stichting Kompaan/De Bocht om in overleg te treden over de concrete uitwerking van voormelde begeleide contactregeling en heeft hen bevolen om mee te werken aan de uitvoering van die regeling;
- de beslissing op het verzoek van de vader om een contactregeling en om daaraan dwangmiddelen te verbinden aangehouden tot 17 augustus 2017 pro forma;
- de proceskosten gecompenseerd.
- vaststelling van de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige] bij hem;
- indien het hoofdverblijf bij de vader wordt bepaald:
200.207.737/01, 200.207.737/02 en 200.195.684.
- inzake de hoofdverblijfplaats (beslispunt B);
- inzake de contactregeling (beslispunt C);
- inzake de dwangmiddelen (beslispunt D);
- inzake het ouderlijk gezag (beslispunt E);
- inzake de inschrijving school en huisarts (beslispunt G)
inzake de ID-kaart (beslispunt F)
inzake het ouderlijk gezag
inzake de contactregeling
inzake de informatieplicht