Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[levensverzekering] Levensverzekering NV,
[stichting] , Stichting,
3.[hypotheken] Hypotheken BV,
5.Het verdere verloop van de procedure
- het tussenarrest, waarbij een datum voor pleidooi is bepaald;
- het pleidooi waarbij partijen pleitnotities hebben overlegd.
6.De verdere beoordeling
“indien en voor zover in de hoofdzaak tussen [oorspronkelijk eisers] en [Beheer] , laatstgenoemde zal worden veroordeeld tot betaling van enig bedrag aan [oorspronkelijk eisers] , (…) het vonnis van de rechtbank Roermond (…) tussen partijen gewezen (…) te vernietigen en de vorderingen van [Beheer] alsnog toe te wijzen, alsmede [hypotheken] c.s. hoofdelijk te veroordelen in de kosten van de procedure in beide instanties, alsook in de kosten van [Beheer] in de hoofdzaak tegen [oorspronkelijk eisers] , te vermeerderen met de nakosten (…)”.
kosten die [Beheer] in de hoofdprocedure tegen [oorspronkelijk eisers] heeft moeten maken en nog zal moeten maken in het kader van de daarop volgende schadestaatprocedure, een en ander nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de nakosten (…) met dien verstande dat, voor zover sprake is van een hoofdelijke veroordeling, wanneer de een betaalt, de ander(en) daardoor van haar/hun betalingsverplichting zal/zullen zijn bevrijd”.
Dienaangaande oordeelde het hof in de hoofdzaak: