Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/02/321340/KG ZA 16-635)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep met grieven en producties;
- de memorie van antwoord.
3.De beoordeling
Het immateriële, emotionele, belang van [geïntimeerde] bij het kunnen indienen van zodanige klacht, welke mogelijkheid een rol kan spelen bij de rouwverwerking vormt - hoe zwaarwegend ook vanuit menselijk perspectief - daarmee echter, behoudens bijkomende omstandigheden, nog geen dusdanig zwaarwegend belang voor inzage in het medisch dossier, dat daarvoor het - algemeen maatschappelijke - belang van geheimhouding zou moeten wijken.
Omtrent bijkomende omstandigheden of andere belangen welke tot een andere afweging aanleiding zouden moeten geven is door [geïntimeerde] onvoldoende gesteld, noch is daarvan voldoende gebleken.
nietwenste dat de gegevens aan haar vader ter hand zouden worden gesteld, miskent hij dat hij degene is die aannemelijk dient te maken dat [kind] dat
welzou hebben gewild.