In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Limburg, waarin de aansprakelijkheid van de gemeente Sittard-Geleen werd besproken naar aanleiding van een fatale koolmonoxidevergiftiging in een huurwoning. De appellanten, bestaande uit meerdere personen, stelden dat de gemeente aansprakelijk was voor de schade die voortvloeide uit de vergiftiging, die plaatsvond op 10 maart 2010. Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft in zijn arrest van 12 december 2017 geoordeeld dat de gemeente niet aansprakelijk kan worden gesteld. Het hof baseerde zich op deskundigenrapporten die aantoonden dat de oorzaak van de koolmonoxidevergiftiging te wijten was aan een loshangende rookgasafvoerbuis van de cv-installatie, en niet aan een gebrekkige werking van de installatie zelf of aan nalatigheid van de gemeente als verhuurder of toezichthouder. De deskundige van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) concludeerde dat de rookgasafvoerbuis niet goed was bevestigd, maar dat er geen bewijs was dat dit losraken het gevolg was van een tekortkoming van de gemeente. De appellanten voerden aan dat artikel 6:174 lid 1 BW van toepassing was, maar het hof oordeelde dat deze grondslag niet tijdig was aangevoerd en dat de gemeente niet aansprakelijk was voor de gevolgen van de koolmonoxidevergiftiging. Het hof bekrachtigde het eerdere vonnis en veroordeelde de appellanten in de kosten van het hoger beroep.