Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/03/39321/KG ZA 17-426)
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
4.De uitspraak
8 januari 2018 om 13.30 uurzullen verschijnen voor
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om een hoger beroep in een kort geding dat was aangespannen door de appellante tegen de geïntimeerde. De appellante, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.H.M. Wagemans, had in eerste aanleg een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, aangevochten. Dit vonnis was gewezen op 30 augustus 2017 en betrof een verzoek om een straatverbod. De appellante stelde dat er onvoldoende feiten waren aangevoerd om een straatverbod te rechtvaardigen.
Tijdens de zitting op 10 oktober 2017 heeft het hof besloten om een comparitie van partijen te gelasten. Het doel van deze comparitie was om te trachten een minnelijke regeling te bewerkstelligen of om de zaak door te verwijzen naar mediation. Het hof gaf aan dat de geplande duur van de zitting anderhalf uur zou zijn en dat er geen gelegenheid zou zijn om te pleiten. De comparitie zou plaatsvinden op 8 januari 2018, waarbij partijen in persoon moesten verschijnen, of vertegenwoordigd door een persoon die bevoegd was om een minnelijke regeling te treffen.
Het hof heeft in zijn uitspraak op 7 november 2017 iedere verdere beslissing aangehouden, wat betekent dat de zaak nog niet definitief was afgedaan. De rolraadsheer heeft het arrest openbaar uitgesproken, waarbij de rechters H.A.G. Fikkers, P.M. Arnoldus-Smit en L.S. Frakes betrokken waren.