ECLI:NL:GHSHE:2017:4760
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake onderbewindstelling van goederen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen [geïntimeerde] met betrekking tot de onderbewindstelling van de goederen van [appellant]. De procedure is gestart met een dagvaarding op 14 juni 2016, waarbij de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant eerder op 6 januari 2016 en 16 maart 2016 vonnissen heeft gewezen. Het hof verwijst naar deze vonnissen voor het geding in eerste aanleg. In het tussenvonnis van 6 januari 2016 is overwogen dat er bij beschikking van 20 maart 2014 opnieuw een bewind is ingesteld over de goederen van [appellant]. Het hof constateert dat er geen bewijs is dat dit bewind inmiddels is geëindigd, wat betekent dat de bewindvoerder het hoger beroep had moeten instellen. Het hof heeft [appellant] de gelegenheid gegeven om een verklaring in te brengen waaruit blijkt dat de bewindvoerder de procedure als formele procespartij overneemt. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan en verwijst de zaak naar de rol van 21 november 2017 voor de akte aan de zijde van [appellant].