B.
hij op een of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 16 augustus 2013 tot en met 18 augustus 2013 te [pleegplaats] en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens),
een (groot) aantal afbeeldingen, te weten foto('s),
(een) gegevensdrager(s) (te weten een USB-stick (beslagnummer: 583333) en/of een of meer mobiele telefoons (merk: BlackBerry, beslagnummer: 583939) bevattende (een) grote hoeveelheid afbeelding(en),
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, te weten [slachtoffer] ,
welke voornoemde seksuele gedraging(en) - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van [slachtoffer] die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
(zie (onder andere) de in de toonmap opgenomen afbeelding onder vermelding van [bestandsnaam 13] );
- het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van [slachtoffer] die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
(zie (onder andere) de in de toonmap opgenomen afbeelding onder vermelding van [bestandsnaam 14] );
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van [slachtoffer] die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(zie (onder andere) de in de toonmap opgenomen afbeelding onder vermelding van [bestandsnaam 15] ).
Zaak B (parketnummer 01-860257-14):
1. hij in of omstreeks de periode van 4 februari 2009 tot en met 14 september 2011 te Tilburg, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, met [slachtoffer] , die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , hebbende verdachte zijn penis en/of vinger(s) in de mond en/of vagina en/of de anus van die [slachtoffer] gebracht;
hij in of omstreeks de periode van 4 februari 2009 tot en met 14 september 2011 te Tilburg, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, met [slachtoffer] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit:
- het uitkleden van die [slachtoffer] en/of
- het betasten van de borsten en/of vagina van die [slachtoffer] en/of
- het brengen van zijn (geheel of gedeeltelijk) ontblote lichaam tegen het (geheel of gedeeltelijk) ontblote lichaam van die [slachtoffer] en/of (vervolgens) het zoenen van die [slachtoffer] en/of
- het brengen van zijn penis tegen de vagina, anus, billen en/of mond, althans het lichaam van die [slachtoffer] en/of (vervolgens)
- het likken van die [slachtoffer] en/of het onder spuiten van die [slachtoffer] (met sperma),
terwijl de schuldige dit feit heeft begaan tegen een aan zijn zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige;
2. hij in of omstreeks de periode van 23 juli 2013 tot en met 23 oktober 2013 in [pleegplaats] en/of Tilburg en/of Lekkerkerk, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, heeft gepoogd om [medeverdachte 1] door in artikel 47, eerste lid onder 2e van het Wetboek van Strafrecht vermelde middelen, door beloften en/of door het verschaffen van inlichtingen te bewegen tot het plegen van het navolgende strafbare feit, te weten:
het verrichten van een of meer handeling(en), die bestaan uit of mede bestaan uit het (medeplegen van) seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer] , in elk geval (een) kind die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet bereikt had,
immers heeft verdachte met dat opzet, meermalen, althans eenmaal,
- voornoemde [medeverdachte 1] - via WhatsApp en/of Skype, althans via (enig) dataverkeer/internet en/of telefoonverkeer - (kinderpornografische) afbeeldingen van die [slachtoffer] toegestuurd en/of
- die [medeverdachte 1] - via WhatsApp en/of Skype althans via (enig) dataverkeer/ internet en/of telefoonverkeer aangeboden/gevraagd om seks/(geslachts)gemeenschap te hebben met [slachtoffer] en/of die [slachtoffer] te (laten) likken, al dan niet tegelijkertijd met verdachte, althans woorden van gelijke strekking;
subsidiairalthans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 23 juli 2013 tot en met 23 oktober 2013 in [pleegplaats] en/of Lekkerkerk en/of Tilburg, althans in Nederland, meermalen het plegen van ontucht door een aan zijn waakzaamheid en/of zorg toevertrouwde minderjarige, te weten [slachtoffer] , in elk geval een minderjarig kind, met [medeverdachte 1] , althans een derde, opzettelijk heeft bevorderd en /of teweeggebracht,
door, meermalen, althans eenmaal,
- voornoemde [medeverdachte 1] via WhatsApp en/of Skype, althans via (enig) dataverkeer/internet en/of telefoonverkeer (kinderpornografische) afbeeldingen van die [slachtoffer] toe te sturen en/of
- die [medeverdachte 1] via WhatsApp en/of Skype althans via dataverkeer/internet en/of telefoonverkeer aan te bieden/te vragen om seks te hebben met [slachtoffer] , al dan niet tegelijkertijd met verdachte en/of om die [slachtoffer] te (laten) likken en/of te vingeren, althans woorden van gelijke strekking,
bestaande die ontuchtige handelingen onder meer uit het hebben van geslachtsgemeenschap en/of het vingeren (in vereniging), althans het penetreren van lichaamsholtes (in vereniging) met/van voornoemd kind;
3. [medeverdachte 2] in of omstreeks de periode van 4 februari 2009 tot en met 14 september 2011 te Tilburg ( [adres] ), althans in Nederland, met [slachtoffer] , die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ,
hebbende die [medeverdachte 2] zijn vingers en/of zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] gebracht,
hebbende verdachte, toen en daar en/of elders in Nederland door het verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen dit feit opzettelijk uitgelokt, te weten door:
- die [medeverdachte 2] - via WhatsApp en/of Skype, althans via (enig) dataverkeer/internet - (kinderporno-grafische) afbeeldingen van die [slachtoffer] toe te sturen en/of
- die [slachtoffer] naar de woning van die [medeverdachte 2] te brengen/vervoeren en/of
- die [slachtoffer] (in het bijzijn) van die [medeverdachte 2] uit te kleden en/of
- die [medeverdachte 2] - al dan niet via WhatsApp en/of Skype, althans via (enig) dataverkeer/internet - mee te delen dat [slachtoffer] makkelijk is/was en/of er niet over zou praten, althans woorden van gelijke strekking;
subsidiairalthans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 4 februari 2009 tot en met 14 september 2011 in Tilburg, althans in Nederland, (telkens) het plegen van ontucht door een aan zijn waakzaamheid en/of zorg toevertrouwde minderjarige, te weten [slachtoffer] , in elk geval een minderjarig kind met [medeverdachte 2] opzettelijk heeft bevorderd en/of teweeggebracht,
door met dat opzet, meermalen, althans eenmaal,
- die [medeverdachte 2] - via WhatsApp en/of Skype, althans via (enig) dataverkeer/internet - (kinderpornografische) afbeeldingen van die [slachtoffer] toe te sturen en/of
- die [slachtoffer] naar de woning van die [medeverdachte 2] te brengen/te vervoeren en/of
- die [slachtoffer] (in het bijzijn) van die [medeverdachte 2] uit te kleden en/of
- die [medeverdachte 2] - al dan niet via WhatsApp en/of Skype, althans via (enig) dataverkeer/internet - mee te delen dat [slachtoffer] makkelijk is/was en/of er niet over zou praten, althans woorden van gelijke strekking,
bestaande die ontuchtige handelingen onder meer uit het hebben van geslachtsgemeenschap en/of het vingeren met/van voornoemd kind, althans het penetreren van lichaamsholtes van voornoemd kind (al dan niet in vereniging met en/of in het bijzijn van verdachte);
4. hij in of omstreeks de periode van 23 juli 2013 tot en met 23 oktober 2013 in [pleegplaats] en/of Tilburg, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal heeft gepoogd om [medeverdachte 2] door in artikel 47, eerste lid onder 2e van het Wetboek van Strafrecht vermelde middelen, door beloften en/of door het verschaffen van inlichtingen, te bewegen tot het plegen van het navolgende strafbare feit, te weten:
het verrichten van een of meer handeling(en), die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer] in elk geval een kind die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt,
immers heeft verdachte met dat opzet, meermalen, althans eenmaal,
- voornoemde [medeverdachte 2] - via WhatsApp en/of Skype, althans via (enig) dataverkeer/ internet - (kinderporno-grafische) afbeeldingen van die [slachtoffer] toegestuurd en/of
- die [medeverdachte 2] - via WhatsApp en/of Skype, althans via (enig) dataverkeer/internet - aangeboden om (wederom) seks/geslachtsgemeenschap te hebben met [slachtoffer] ;
subsidiairalthans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 23 juli 2013 tot en met 23 oktober 2013 in [pleegplaats] en/of Tilburg, althans in Nederland, (telkens) het plegen van ontucht door een aan zijn waakzaamheid en/of zorg toevertrouwde minderjarige, te weten [slachtoffer] , in elk geval een minderjarig kind met [medeverdachte 2] , althans een derde, opzettelijk heeft bevorderd en/of teweeggebracht,
door met dat opzet, meermalen, althans eenmaal,
- voornoemde [medeverdachte 2] - via WhatsApp en/of Skype, althans via (enig) dataverkeer/internet - (kinderporno-grafische) afbeeldingen van die [slachtoffer] toe te sturen en/of
- die [medeverdachte 2] - via WhatsApp en/of Skype althans via (enig) dataverkeer/internet - aan te bieden om (wederom en/of samen) seks/geslachtsgemeenschap te hebben met [slachtoffer] en/of
- die [medeverdachte 2] - al dan niet via WhatsApp en/of Skype althans via (enig) dataverkeer/internet - mee te delen dat hij [slachtoffer] (daartoe) naar de woning van die [medeverdachte 2] zal brengen,
en bestaande die ontuchtige handelingen onder meer uit het hebben van geslachtsgemeenschap met voornoemd kind;
5. hij in of omstreeks de periode van 11 september 2013 tot en met 23 oktober 2013 in [pleegplaats], De Lier en/of Den Haag, althans in Nederland, (telkens) het plegen van ontucht door een aan zijn waakzaamheid en/of zorg toevertrouwde minderjarige, te weten [slachtoffer] , in elk geval een minderjarig kind met [medeverdachte 3] , althans een derde, opzettelijk heeft bevorderd en/of teweeggebracht,
door met dat opzet, meermalen, althans eenmaal,
- voornoemde [medeverdachte 3] - via WhatsApp en/of Skype, althans via (enig) dataverkeer/internet - (kinderpornografische) afbeeldingen van die [slachtoffer] toe te sturen en/of
- die [medeverdachte 3] - via WhatsApp en/of Skype althans via (enig) dataverkeer/internet - aan te bieden om (al dan niet samen met verdachte) seks/geslachtsgemeenschap te hebben met [slachtoffer] (al dan niet in het bijzijn van andere (zeer) jonge, althans minderjarige, kinderen),
en bestaande die ontuchtige handelingen onder meer uit het hebben van seks/geslachtsgemeenschap met voornoemd kind.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Geldigheid van de dagvaarding
De raadsman heeft betoogd dat de wijze waarop het bezit van kinderpornografische afbeeldingen aan de verdachte ten laste is gelegd, voor zover het betreft het in zaak A onder feit 2, onderdeel A, ten laste gelegde, niet in overeenstemming is met de eisen zoals de Hoge Raad die in het arrest van 24 juni 2014 (ECLI:NL:HR:2014:1497) heeft gesteld en dat de tenlastelegging van dit feit onvoldoende feitelijk is omschreven als bedoeld in artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv). De dagvaarding moet - aldus de raadsman - ten aanzien van dit onderdeel nietig worden verklaard. Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Aan de term “afbeelding van een seksuele gedraging”, in de zin van artikel 240b, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr), komt op zichzelf onvoldoende feitelijke betekenis toe. Zonder feitelijke omschrijving van die afbeelding in de tenlastelegging voldoet de dagvaarding niet aan de in artikel 261, eerste lid, Sv gestelde eis van opgave van het feit.
In voormeld arrest van 24 juni 2014 heeft de Hoge Raad enkele uitgangspunten geformuleerd met het oog op de strafrechtelijke beoordeling van het op grote(re) schaal voorhanden hebben van kinderporno. Die uitgangspunten komen hierop neer dat de steller van de tenlastelegging zich bij voorkeur zou moeten beperken tot het beschrijven van een selectie van een gering aantal (representatieve) afbeeldingen - zo mogelijk ten hoogste vijf - zonder in de tenlastelegging zelf enige aanduiding van of verwijzing op te nemen naar een wellicht grotere hoeveelheid waarvan die afbeeldingen deel uitmaken. In het arrest van 17 november 2015 heeft de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2015:3322) bovendien overwogen dat “uit de eisen die art. 261 Sv in gevallen als de onderhavige stelt aan de dagvaarding, [voortvloeit] dat de tenlastelegging met het oog op de [vereiste duidelijkheid] voor in het bijzonder de verdachte en de rechter ten aanzien van elk van die afbeeldingen, hetzij een voldoende concrete beschrijving dient te bevatten, hetzij de vindplaats van die beschrijving in het dossier dient te vermelden.” Het hof ziet zich voor de vraag geplaatst of aan de tenlastelegging in zaak A, feit 2, onderdeel A, voldoende feitelijke betekenis toekomt in de zin van artikel 261 Sv, overeenkomstig de eisen die de Hoge Raad hieraan in voornoemde arresten heeft gesteld. De steller van de tenlastelegging heeft de seksuele gedragingen (als bedoeld in artikel 240b Sr) die zouden voorkomen op het aangetroffen materiaal nader omschreven. De seksuele gedragingen zijn daarbij in vier categorieën onderverdeeld en per categorie is een nadere feitelijke omschrijving van de seksuele gedraging weergegeven, waarbij telkens als toelichting aan het eind van deze omschrijving wordt verwezen naar één of meer bestandsnamen van afbeeldingen uit de in beslag genomen collectie, met daarbij al dan niet genoemd het bronproces-verbaal waarin die afbeeldingen zouden worden beschreven. Bovendien zijn de specifieke gegevensdragers waarop zich de in de tenlastelegging genoemde afbeeldingen zouden bevinden in de tenlastelegging opgenomen. Een en ander is in het procesdossier terug te vinden. Zodoende is naar het oordeel van het hof sprake van zowel een voldoende concrete beschrijving als een vermelde vindplaats. Ook is het hof van oordeel dat de in de tenlastelegging beschreven afbeeldingen een representatieve selectie vormen van alle bij verdachte aangetroffen afbeeldingen, die tevens zijn beschreven in het procesdossier. Uit de tenlastelegging en de beschreven selectie van afbeeldingen blijkt derhalve welk verwijt verdachte wordt gemaakt en waartegen hij zich heeft te verdedigen.
Overigens is het hof uit het onderzoek ter terechtzitting niet gebleken dat verdachte en zijn raadsman niet hebben begrepen wat verdachte wordt verweten.
Gelet op het vorenstaande is het hof van oordeel dat de dagvaarding ten aanzien van zaak A, feit 2, onderdeel A, in overeenstemming is met de eisen gesteld in artikel 261, eerste lid, Sv, zodat geen sprake is van (partiële) nietigheid van de dagvaarding.
Het hof verwerpt, evenals de rechtbank, het verweer.
Vrijspraak (zaak B onder feit 1): seksueel misbruik in de periode van 2009 tot 2011
In zaak B onder feit 1 is aan de verdachte ten laste gelegde dat hij – kort gezegd – [slachtoffer] seksueel misbruikt heeft in de periode van 2009 tot 2011. Anders dan de rechtbank is het hof van oordeel dat het dossier onvoldoende - overtuigend - bewijs bevat dat dit daadwerkelijk heeft plaatsgevonden zoals ten laste gelegd. Het hof overweegt als volgt.
Zowel [slachtoffer] , haar moeder getuige [getuige 1] , haar zusje getuige [getuige 2] als de medeverdachte [medeverdachte 2] hebben belastende verklaringen afgelegd over de verdachte als het gaat om seksueel misbruik van [slachtoffer] . In het bijzonder voor wat betreft het vermeend seksueel misbruik in de periode van 2009 tot 2011 blinken deze verklaringen echter niet uit in helderheid. Weliswaar bevatten genoemde verklaringen sterke aanwijzingen dat reeds in die periode seksueel misbruik van [slachtoffer] door verdachte zou hebben plaatsgevonden, maar ook bevatten die verklaringen diverse discrepanties als het gaat om bijvoorbeeld locaties waar het misbruik zou hebben plaatsgevonden, de daarbij aanwezige personen en handelingen. Onder deze omstandigheden is het hof van oordeel dat het ten laste gelegde seksueel misbruik voor wat betreft de periode van 2009 tot 2011 onvoldoende concreet steun vindt in het dossier. Het hof zal de verdachte dan ook vrijspreken van het in de zaak B onder feit 1 ten laste gelegde.
Vrijspraak (zaak B onder feit 2 primair, feit 3 primair en feit 4 primair): uitlokking seksueel misbruik
Evenals de rechtbank en met de advocaat-generaal en de verdediging, is het hof van oordeel dat de feiten die in zaak B onder feit 2 primair, feit 3 primair en feit 4 primair aan de verdachte ten laste zijn gelegd, niet wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard. Verdachte zal derhalve van die feiten worden vrijgesproken.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het in zaak A onder feit 1 en feit 2 en in zaak B onder feit 2 subsidiair, feit 3 subsidiair, feit 4 subsidiair en feit 5 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1. hij in de periode van 23 juli 2013 tot en met 23 oktober 2013 te [pleegplaats], met [slachtoffer] , die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, (telkens) een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , hebbende verdachte zijn vinger(s) en/of penis geheel of gedeeltelijk in de vagina en/of anus van die [slachtoffer] gebracht
hij in de periode van 23 juli 2013 tot en met 23 oktober 2013 te [pleegplaats], met [slachtoffer] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten en/of andere lichaamsdelen van die [slachtoffer] met onder andere de penis, (een) vinger(s) en/of hand,
terwijl hij dit feit mede heeft begaan op momenten dat dit kind aan zijn waakzaamheid was toevertrouwd;
2.
A.hij in de periode van 05 oktober 2012 tot en met 23 oktober 2013, te [pleegplaats] en/of elders in Nederland,
een aantal afbeeldingen, te weten foto's en/of video’s,
gegevensdragers (te weten een USB-stick (beslagnummer: 583333) en/of een of meer mobiele telefoons (merk: BlackBerry, beslagnummer: 583939) en/of een computer (merk IBM, beslagnummer: 583714) en/of een of meer optical disk(s) (beslagnummers: 588275 en/of 588290 en/of 588300 en/of digitaal nummer 13-0043-010) bevattende een hoeveelheid afbeeldingen,
heeft verspreid en/of in bezit gehad,
terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt en/of het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
- het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling,
van welke misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
B.hij in de periode van 16 augustus 2013 tot en met 18 augustus 2013 te [pleegplaats] en/of elders in Nederland,
een aantal afbeeldingen, te weten foto’s,
terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, te weten [slachtoffer] ,
welke voornoemde seksuele gedraging(en) - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van [slachtoffer] die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van [slachtoffer] die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij deze persoon in (erotisch getinte) houdingen (op een wijze) die niet bij haar leeftijd passen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de afbeeldingen nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
2. hij in de periode van 23 juli 2013 tot en met 23 oktober 2013 in Nederland, meermalen het plegen van ontucht door een aan zijn waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten [slachtoffer] , met [medeverdachte 1] , opzettelijk heeft bevorderd,
- voornoemde [medeverdachte 1] via WhatsApp en/of Skype, (kinderpornografische) afbeeldingen van die [slachtoffer] toe te sturen en/of
- die [medeverdachte 1] via WhatsApp en/of Skype aan te bieden/te vragen om seks te hebben met [slachtoffer] , al dan niet tegelijkertijd met verdachte en/of om die [slachtoffer] te (laten) likken en/of te vingeren, althans woorden van gelijke strekking,
bestaande die ontuchtige handelingen onder meer uit het hebben van geslachtsgemeenschap en/of het vingeren (in vereniging), althans het penetreren van lichaamsholtes (in vereniging) met/van voornoemd kind;
3. hij in de periode van 4 februari 2009 tot en met 14 september 2011 in Nederland, het plegen van ontucht door een aan zijn waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten [slachtoffer] , met [medeverdachte 2] opzettelijk heeft bevorderd en teweeggebracht,
- die [slachtoffer] naar de woning van die [medeverdachte 2] te brengen / te vervoeren en/of
- die [slachtoffer] (in het bijzijn) van die [medeverdachte 2] uit te kleden en/of
bestaande die ontuchtige handelingen onder meer uit het hebben van geslachtsgemeenschap en/of het vingeren met/van voornoemd kind, althans het penetreren van lichaamsholtes van voornoemd kind (in het bijzijn van verdachte);
4. hij in de periode van 23 juli 2013 tot en met 23 oktober 2013 in Nederland, het plegen van ontucht door een aan zijn waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten [slachtoffer] , met [medeverdachte 2] , opzettelijk heeft bevorderd,
door met dat opzet, meermalen,
- voornoemde [medeverdachte 2] - via WhatsApp en/of Skype, althans via (enig) dataverkeer/internet - (kinderpornografische) afbeeldingen van die [slachtoffer] toe te sturen en/of
- die [medeverdachte 2] - via WhatsApp en/of Skype althans via (enig) dataverkeer/internet - aan te bieden om (wederom en/of samen) seks/geslachtsgemeenschap te hebben met [slachtoffer] en/of
- die [medeverdachte 2] - al dan niet via WhatsApp en/of Skype althans via (enig) dataverkeer/internet - mee te delen dat hij [slachtoffer] (daartoe) naar de woning van die [medeverdachte 2] zal brengen,
en bestaande die ontuchtige handelingen onder meer uit het hebben van geslachtsgemeenschap met voornoemd kind;
5. hij in de periode van 11 september 2013 tot en met 23 oktober 2013 in Nederland, het plegen van ontucht door een aan zijn waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten [slachtoffer] , met [medeverdachte 3] , opzettelijk heeft bevorderd,
- voornoemde [medeverdachte 3] - via Skype - (kinderpornografische) afbeeldingen van die [slachtoffer] toe te sturen en/of
- die [medeverdachte 3] – via Skype - aan te bieden om (al dan niet samen met verdachte) seks/geslachtsgemeenschap te hebben met [slachtoffer] (al dan niet in het bijzijn van andere (zeer) jonge, althans minderjarige, kinderen),
en bestaande die ontuchtige handelingen onder meer uit het hebben van seks/geslachtsgemeenschap met voornoemd kind.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Door het hof gebruikte bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkorte arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het arrest. Deze aanvulling wordt dan aan het arrest gehecht.
Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt - ook in zijn onderdelen - slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het, blijkens zijn inhoud, betrekking heeft.
I. Onderzoek aan smartphone en laptop
De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep betoogd dat onrechtmatig onderzoek aan de smartphone en de laptop van de verdachte heeft plaatsgevonden. De inhoud van deze inbeslaggenomen gegevensdragers van de verdachte moet dientengevolge worden uitgesloten van het bewijs en als gevolg daarvan dient de verdachte te worden vrijgesproken van de in zaak B onder 2 tot en met 5 ten laste gelegde feiten, bij gebrek aan wettig en overtuigend bewijs.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
De Hoge Raad heeft in het arrest van 4 april 2017 (ECLI:NL:HR:2017:584) het toetsingskader uiteengezet voor het doen van onderzoek aan gegevensdragers door de politie. In dit arrest is overwogen dat “voor de waarheidsvinding onderzoek mag worden gedaan aan inbeslaggenomen voorwerpen teneinde gegevens voor het strafrechtelijk onderzoek ter beschikking te krijgen. In computers opgeslagen of beschikbare gegevens zijn daarvan niet uitgezonderd. Dat geldt ook voor in andere inbeslaggenomen elektronische gegevensdragers en geautomatiseerde werken, waaronder smartphones, opgeslagen of beschikbare gegevens. De wettelijke basis voor dat onderzoek door opsporingsambtenaren is gelegen in het samenstel van de bepalingen waarop de bevoegdheid tot inbeslagneming is gebaseerd. Voor het doen van onderzoek door een opsporingsambtenaar aan inbeslaggenomen elektronische gegevensdragers en geautomatiseerde werken teneinde de beschikking te krijgen over daarin opgeslagen of beschikbare gegevens vereist de wet geen voorafgaande rechterlijke toetsing of tussenkomst van de officier van justitie. Indien de met het onderzoek samenhangende inbreuk op de persoonlijke levenssfeer als beperkt kan worden beschouwd, biedt de algemene bevoegdheid van opsporingsambtenaren, neergelegd in art. 94, in verbinding met art. 95 en 96 Sv, daarvoor voldoende legitimatie. Dit zal het geval kunnen zijn indien het onderzoek slechts bestaat uit het raadplegen van een gering aantal bepaalde op de elektronische gegevensdrager of in het geautomatiseerde werk opgeslagen of beschikbare gegevens. Indien dat onderzoek zo verstrekkend is dat een min of meer compleet beeld is verkregen van bepaalde aspecten van het persoonlijk leven van de gebruiker van de gegevensdrager of het geautomatiseerde werk, kan dat onderzoek jegens hem onrechtmatig zijn. Daarvan zal in het bijzonder sprake kunnen zijn wanneer het gaat om onderzoek van alle in de elektronische gegevensdrager of het geautomatiseerde werk opgeslagen of beschikbare gegevens met gebruikmaking van technische hulpmiddelen.” Uit het dossier blijkt van de volgende feiten en omstandigheden.
Naar aanleiding van een melding d.d. 22 oktober 2013 over de verdachte werd door het team zedencriminaliteit van de regiopolitie Brabant Noord een opsporingsonderzoek uitgevoerd (pg. 7). Uit de melding bleek dat verdachte op proefverlof (naar het hof begrijpt: in het kader van het penitentiair programma) was in verband met een eerdere zedenzaak en dat tijdens dit verlof een voor verdachte belastende geluidsopname was gemaakt door getuige [getuige 3] , alsmede een USB-stick was aangetroffen. Op de USB-stick bleken meerdere ontblote kinderen te staan en verder ontuchtige handelen met een meisje, waarover getuige [getuige 3] verklaarde dat het [slachtoffer] ( [slachtoffer] ) was (pg. 55-57). Tijdens het onderzoek werden diverse (digitale) goederen aangetroffen en inbeslaggenomen (pg. 14). Zo werd op 23 oktober 2013 in de PI te Roermond met toestemming van de officier van justitie onder andere een gsm van het merk BlackBerry van de verdachte in beslag genomen (pg. 17 i.c.m. pg. 334 en 335). Eveneens op 23 oktober 2013 werd in de woning van de ouders van de verdachte een notebook van het merk/type IBM Thinkpad, eigendom van de verdachte, in beslag genomen (pg. 18 i.c.m. pg. 338-344). Beide goederen werden diezelfde dag voor digitaal onderzoek overgedragen aan het Team Bestrijding Kinderpornografie en Kindersekstoerisme, het TBKK (pg. 17 en 18).
Aan het TBKK werd verzocht de goederen te onderzoeken op aanwezigheid van geheugens of gegevens. Met daarvoor geschikte apparatuur en programmatuur hebben zij de opgeslagen gegevens overgenomen. De strekking van het onderzoek was onder andere het inzichtelijk maken van de afbeeldingen, videobestanden, chats, e-mails, internetgeschiedenis en Skype-data. De afbeeldingen en videobestanden werden voor nader onderzoek inzichtelijk gemaakt en de gemaakte images werden middels speciale software onderzocht op eventuele aanwezigheid van onder andere chats, e-mails en internetgeschiedenis. De aangetroffen data werd ter beschikking gesteld aan het onderzoeksteam. Voorts werden Skype-data inzichtelijk gemaakt (pg. 279-283).
Het hof overweegt nader als volgt.
Het onderzoek aan de IBM notebook en de BlackBerry gsm van de verdachte is in casu niet beperkt gebleven tot het enkel raadplegen van een gering aantal bepaalde gegevens. Met het inzichtelijk maken van afbeeldingen, videobestanden, chats, e-mails, internetgeschiedenis en Skype-data, zoals in casu opgenomen in het procesdossier, kon een min of meer compleet beeld verkregen worden van bepaalde aspecten van het persoonlijk leven van de verdachte. Het hof komt ten aanzien van het onderzoek aan de telefoon van de verdachte dan ook tot de conclusie dat het moet worden gezien als een meer dan beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de verdachte. In zoverre is er naar het oordeel van het hof dan ook sprake van een vormverzuim, nu hierdoor het in artikel 8 EVRM gewaarborgde recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de verdachte is geschonden. In hoeverre dat vormverzuim tot sancties moet leiden hangt af van het belang van het geschonden voorschrift, de ernst van het verzuim en het nadeel dat hierdoor is veroorzaakt.
Het belang van de verdachte dat het gepleegde feit niet wordt ontdekt, kan niet worden aangemerkt als een rechtens te respecteren belang en kan niet gelden als nadeel in de zin van artikel 359a, tweede lid, Sv. Het geleden nadeel bestaat voor de verdachte daaruit dat verbalisanten kennis hebben kunnen nemen en hebben genomen van privéinformatie die de verdachte op zijn notebook en gsm had staan, terwijl hij recht had op bescherming van zijn privacy.
Het hof acht de onderhavige schending echter niet een dermate grote inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de verdachte, dat die schending ertoe moet leiden dat dient te worden overgegaan tot bewijsuitsluiting. Gesteld noch gebleken is dat de kennisneming door de verbalisanten van privégegevens van de verdachte, anders dan in het kader van de onderzochte strafzaak, heeft geleid tot enige verdere verspreiding van privégegevens of enig ander concreet nadeel. Anderzijds acht het hof van zwaarwegend belang dat het politieonderzoek werd uitgevoerd voor de opsporing van zeer ernstige zedenfeiten. Van enig moedwillig handelen met veronachtzaming van de te respecteren belangen van de verdachte is het hof bovendien allerminst gebleken.
Evenmin acht het hof in dit geval strafvermindering passend en gerechtvaardigd.
Het hof zal, alles afwegende, volstaan met constatering van het verzuim.
Hetgeen de raadsman voor het overige naar voren heeft gebracht, heeft het hof niet gebracht tot een ander oordeel. Daarbij merkt het hof ten slotte nog op dat het hof niet in voldoende mate is gebleken van een structureel karakter waarbij de verantwoordelijke autoriteiten zich onvoldoende hebben ingespannen om herhaling ervan te voorkomen.
II. Betrouwbaarheid verklaringen aangeefster
Evenals de rechtbank en anders dan door de verdediging is betoogd, is het hof van oordeel dat de verklaringen van [slachtoffer] – de door haar tegenover haar moeder afgelegde verklaringen daaronder begrepen – wel als betrouwbaar kunnen worden aangemerkt en dat deze verklaringen aldus tot het bewijs kunnen worden gebezigd. De door [slachtoffer] afgelegde verklaringen vinden immers voldoende steun in de inhoud van de andere bewijsmiddelen. Het feit dat de tegenover haar moeder afgelegde verklaringen van [slachtoffer] in de loop van het onderzoek naar inhoud steeds ‘zwaarder’ worden, in die zin dat zij over steeds verdergaande handelingen spreekt, maakt haar verklaringen niet per definitie onbetrouwbaar. Dat – naar de verdediging heeft geopperd – sprake zou zijn van ongeoorloofde beïnvloeding van [slachtoffer] door haar moeder, acht het hof niet aannemelijk. Zeker nu de verklaringen van [slachtoffer] ook op die ‘zwaardere’ onderdelen in bewijsmateriaal uit andere bron, bijvoorbeeld in de door verdachte gevoerde gesprekken met anderen en de op een gegevensdrager aangetroffen foto’s, in meer dan voldoende mate steun vinden.
III. Partiële vrijspraken
Het hof zal de verdachte vrijspreken van het in zaak A onder feit 2, onderdeel A, eerste categorie van afbeeldingen ten laste gelegde. Het dossier bevat namelijk geen (correcte en deugdelijk controleerbare) beschrijving van de afbeeldingen waarnaar in de tenlastelegging wordt verwezen.
Voorts zal het hof de verdachte vrijspreken van het in zaak A onder feit 2, onderdeel B, eerste categorie van afbeeldingen, ten laste gelegde, omdat uit het dossier onvoldoende is gebleken dat er op de afbeeldingen een daadwerkelijke penetratie van het lichaam van [slachtoffer] zichtbaar is.
IV. Overige bewijsverweren
Voor het overige vinden de bewijsverweren, zoals omtrent de geluidsopname, usb-stick, onderzochte afbeeldingen en contra-indicaties van misbruik, hun weerlegging reeds in de gebruikte bewijsmiddelen, zodat deze geen nadere bespreking behoeven.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het in zaak A onder feit 1 bewezen verklaarde levert op:
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd