Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hij op of omstreeks 10 december 2015 te Vlissingen opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur (vuurpijl/vuurkogel) in aanraking te brengen met goederen in de woning aan de [adres 1] , althans met een brandbare stof, ten gevolge waarvan (inboedel)goederen in voornoemde woning geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, en daarvan gemeen gevaar voor die inboedelgoederen en/of de woning, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar voor de op dat moment aanwezige bewoners van die woning ( [benadeelde 1] , [benadeelde 2] , [benadeelde 3] en/of [benadeelde 4] ), in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen, en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor de op dat moment aanwezige bewoners van die woning ( [benadeelde 1] , [benadeelde 2] , [benadeelde 3] en/of [benadeelde 4] ), in elk geval gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te duchten was;
hij op of omstreeks 10 december 2015 te Vlissingen, ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om opzettelijk een ontploffing te veroorzaken in een woning gelegen aan de [adres 2] , terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen (woning [adres 2] en/of naastgelegen woningen) en/of levensgevaar voor (een) ander(en) (buurtbewoners) te duchten was, met dat opzet:
hij op 10 december 2015 te Vlissingen opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur (vuurpijl) in aanraking te brengen met goederen in de woning aan de [adres 1] , ten gevolge waarvan (inboedel)goederen in voornoemde woning gedeeltelijk zijn verbrand en daarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor de op dat moment aanwezige bewoners van die woning ( [benadeelde 1] , [benadeelde 2] , [benadeelde 3] en [benadeelde 4] ) te duchten was;
hij op 10 december 2015 te Vlissingen, ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om opzettelijk een ontploffing te veroorzaken in een woning gelegen aan de [adres 2] , terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor (een) ander(en) (buurtbewoners) te duchten was, met dat opzet:
verplegingvan verdachte, zodat het hof zal bevelen dat de verdachte van overheidswege zal worden verpleegd (artikel 37b Sr).
BESLISSING
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.
€ 500,00 (vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 500,00 (vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 500,00 (vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 500,00 (vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 500,00 (vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 500,00 (vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 500,00 (vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 500,00 (vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.