In deze zaak gaat het om een geschil tussen [appellant] en [geïntimeerde] over de huurprijs van een woning en de betaling daarvan. [appellant] heeft van 1 maart 2010 tot 1 april 2014 de woning bewoond die eigendom is van [geïntimeerde]. De partijen hebben een huurovereenkomst gesloten, waarbij een huurprijs van € 625,00 per maand is overeengekomen, maar [geïntimeerde] stelt dat er een mondelinge overeenkomst was voor € 875,00 per maand, die grotendeels onbetaald is gebleven. [geïntimeerde] vordert ontbinding van de huurovereenkomst en betaling van achterstallige huur en incassokosten. Het hof heeft een comparitie van partijen bevolen om verdere informatie te verkrijgen en om een schikking te beproeven. De comparitie zal zich richten op de totstandkoming van de huurovereenkomst en de betalingen die door [appellant] zijn gedaan. Het hof heeft de zaak aangehouden voor verdere beoordeling na de comparitie.