ECLI:NL:GHSHE:2017:3145
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake leningen of schenkingen tussen familieleden en de toepassing van artikel 7A:1798 BW
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellante] tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De zaak betreft de vraag of er sprake is van leningen of schenkingen tussen [appellante] en [geïntimeerden c.s.], die familieleden zijn. De rechtbank had eerder geoordeeld dat [appellante] een bedrag van € 29.520,96 aan [geïntimeerden c.s.] moest terugbetalen, maar [appellante] betwistte deze vordering en stelde dat de bedragen die zij had ontvangen geen leningen maar schenkingen waren. Het hof heeft de feiten vastgesteld en geconcludeerd dat de vordering van [geïntimeerden c.s.] niet toewijsbaar is. Het hof oordeelt dat de bewijslast voor de stelling dat het om een lening gaat bij [geïntimeerden c.s.] ligt, en dat zij hierin niet zijn geslaagd. De rechtbank had ten onrechte geoordeeld dat de vordering van [geïntimeerden c.s.] op basis van de schuldbekentenis toewijsbaar was. Het hof vernietigt de eerdere vonnissen en wijst de vorderingen van [geïntimeerden c.s.] af. Tevens worden de proceskosten tussen partijen gecompenseerd.