In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 10 januari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontbinding van een huurovereenkomst tussen Stichting Woonbedrijf SWS.HHVL en de huurder, aangeduid als [geïntimeerde]. De zaak is ontstaan na een incident op 18 juli 2014, waarbij de huurder een stukadoor, die door de woningstichting was ingeschakeld, heeft mishandeld. De huurder had eerder een aanvraag voor urgentie ingediend bij Woonbedrijf vanwege zijn lichamelijke en geestelijke gesteldheid, maar het hof oordeelde dat zijn gedrag als huurder niet in overeenstemming was met de verplichtingen uit de huurovereenkomst. Het hof heeft vastgesteld dat de mishandeling een ernstige tekortkoming opleverde, die de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde, ondanks de geestelijke en lichamelijke problemen van de huurder. Het hof heeft de vorderingen van Woonbedrijf toegewezen, inclusief de ontruiming van de woning en schadevergoeding voor de huur die de huurder verschuldigd is tot aan de ontruiming. De huurder werd veroordeeld in de proceskosten van beide instanties. Het hof heeft de ontruimingstermijn vastgesteld op twee maanden, rekening houdend met de omstandigheden van de huurder.