Als door woCom gesteld en door [appellante] niet althans onvoldoende betwist dan wel erkend staat tussen partijen het volgende vast over dit incident.
Uit de door woCom overgelegde correspondentie (producties 63, 65, 66 en 68 bij de inleidende dagvaarding) blijkt het volgende. Tijdens een inspectie door de technisch opzichter van woCom, de heer [technisch opzichter van Wocom], en [leefbaarheidsconsulente] (hierna: [leefbaarheidsconsulente]) was gebleken dat de kozijnen van de woning van [appellante] in slechte staat verkeren en dat herstel nodig is. Vervolgens heeft woCom een huisbezoek van [technisch opzichter van Wocom] en [leefbaarheidsconsulente] samen met medewerkers van de firma [firma] aangekondigd om de procedure en planning van de onderhoudswerkzaamheden door te nemen, een onderhoudscontract te tekenen en de kozijnen in te meten. Naar aanleiding daarvan heeft [appellante] laten weten dat [leefbaarheidsconsulente] welkom is nadat zij haar schriftelijke excuus heeft aangeboden. woCom heeft daarop bericht dat [leefbaarheidsconsulente] niets onrechtmatigs heeft gedaan en daarom geen excuses zal aanbieden en dat zij degene is die deze zaak vanuit woCom behandelt en [appellante] haar te allen tijde toegang tot de woning dient te verschaffen, bij gebreke waarvan rechtsmaatregelen tegen haar zullen volgen. woCom heeft [appellante] bericht dat [technisch opzichter van Wocom] en [leefbaarheidsconsulente] op 19 mei 2014 samen met twee medewerkers van de firma [firma] haar thuis zullen bezoeken.
Uit het proces-verbaal van aangifte van [technisch opzichter van Wocom] en het proces-verbaal verhoor getuige van [leefbaarheidsconsulente] (respectievelijk productie 71 en 72 bij de inleidende dagvaarding) leidt het hof de volgende gang van zaken af. Toen [technisch opzichter van Wocom] en [leefbaarheidsconsulente] op 19 mei 2014 bij de woning kwamen, was de voordeur al geopend nadat de medewerkers van de firma [firma] hadden aangebeld. Er heeft in de deuropening een gesprek plaatsgevonden tussen [technisch opzichter van Wocom] en [zoon van appellante]. [zoon van appellante] heeft gezegd dat hij [leefbaarheidsconsulente] geen hand gaf, omdat hij eerst excuses van haar wilde. Ook heeft hij gezegd dat [technisch opzichter van Wocom] binnen mocht komen maar [leefbaarheidsconsulente] niet. [technisch opzichter van Wocom] heeft daarop aangegeven dat hij alleen wilde praten als hij samen met [leefbaarheidsconsulente] naar binnen mocht gaan. [zoon van appellante] heeft toen gezegd dat hij dat niet wilde en is boos de woning in gegaan.
Nadat daarna ook [technisch opzichter van Wocom] en [leefbaarheidsconsulente] naar binnen waren gegaan, is de situatie geëscaleerd. Toen [zoon van appellante] [leefbaarheidsconsulente] zag, heeft hij een tussendeur dichtgegooid precies voor de neus van [leefbaarheidsconsulente]. [zoon van appellante] en [technisch opzichter van Wocom] stonden op dat moment in de keuken. [technisch opzichter van Wocom] heeft de deur weer geopend. Toen de deur openging, zag [zoon van appellante] dat [leefbaarheidsconsulente] nog in de gang stond. [zoon van appellante] heeft de deur weer met kracht dichtgeduwd terwijl [technisch opzichter van Wocom] zich in de deuropening bevond. [zoon van appellante] zei dat [technisch opzichter van Wocom] en [leefbaarheidsconsulente] weg moesten gaan.
Doordat [zoon van appellante] de deur dichtduwde terwijl [technisch opzichter van Wocom] in de deuropening stond, kwam [technisch opzichter van Wocom] klem te zitten tussen de deur en de deurstijl. De deur kwam met kracht tegen zijn rechteronderarm aan. Hij voelde pijn aan zijn rechteronderarm en liep een schaafwond op. Voor [leefbaarheidsconsulente] is het gedrag van [zoon van appellante] heel bedreigend geweest. Hij was erg opgefokt en richtte zijn woede op haar. Ook uit de getuigenverklaring van de medewerkers van de firma [firma] (productie 73 bij de inleidende dagvaarding) blijkt dat [zoon van appellante] [leefbaarheidsconsulente] op dreigende taal sommeerde ‘
eruit, jij komt er niet in’.