In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De zaak draait om de aanpassing van het deskundigensalaris in een civiele procedure. Het hof heeft eerder tussenarresten gewezen op 27 december 2016 en 4 april 2017, waarin werd bepaald dat er een deskundigenonderzoek moest plaatsvinden. Ir. Kraak is benoemd als deskundige en het hof heeft een voorschot van € 3.375,90 inclusief BTW vastgesteld, dat door beide partijen gelijkelijk moest worden betaald. Zowel de appellant als de geïntimeerde hebben bezwaar gemaakt tegen de hoogte van dit voorschot en de verdeling van de kosten.
In de verdere beoordeling heeft het hof de berichten van beide partijen in overweging genomen, waarin zij hun bezwaren tegen het voorschot kenbaar maakten. De deskundige, ir. Kraak, heeft vervolgens twee aangepaste offertes ingediend, waarbij het voorschot in de eerste offerte op € 1.542,75 en in de tweede op € 2.468,40 werd begroot. Het hof heeft geoordeeld dat de werkzaamheden zoals geoffreerd in de tweede offerte moeten worden uitgevoerd en heeft het voorschot vastgesteld op € 2.468,40 inclusief BTW. De eerdere beslissing over de verdeling van de kosten blijft ongewijzigd.
Het hof heeft verder bepaald dat iedere verdere beslissing wordt aangehouden, wat betekent dat de zaak nog niet volledig is afgerond. De uitspraak is gedaan door de rechters J.I.M.W. Bartelds, W.J.J. Beurskens en J.J. Verhoeven en is openbaar uitgesproken op 30 mei 2017.