ECLI:NL:GHSHE:2017:2253

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
23 mei 2017
Publicatiedatum
23 mei 2017
Zaaknummer
200.213.220_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep in arbeidsrechtelijke kort geding tussen Transport B.V. en geïntimeerde

In deze zaak gaat het om een hoger beroep in een arbeidsrechtelijk kort geding tussen Transport B.V. en de geïntimeerde. De zaak is aanhangig gemaakt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch na een vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, dat op 1 maart 2017 is gewezen. Appellante, Transport B.V., heeft op 24 maart 2017 hoger beroep aangetekend tegen dit vonnis. De zaak is ter rolle van 11 april 2017 aangebracht, waarbij de geïntimeerde bij advocaat is verschenen.

Het hof heeft besloten om een comparitie van partijen te gelasten met als doel het beproeven van een minnelijke regeling of doorverwijzing naar mediation. De comparitie is bedoeld voor het uitwisselen van informatie en het geven van instructies met betrekking tot de zaak. De geplande duur van de zitting is anderhalf uur, waarbij niet de gelegenheid zal worden geboden om te pleiten.

De uitspraak van het hof is gedaan op 23 mei 2017, waarbij de partijen in persoon moeten verschijnen, en de advocaat van appellante is verplicht om uiterlijk 6 juni 2017 een fotokopie van het volledige procesdossier over te leggen. Het hof heeft iedere verdere beslissing aangehouden, wat betekent dat de zaak nog niet definitief is afgerond.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer 200.213.220/01
arrest van 23 mei 2017
in de zaak van
[Transport] Transport B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellante,
advocaat: mr. S.J.M. Peters te Valkenburg,
tegen
[geïntimeerde] ,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. R.H.G. Evers te Leusden,
op het hoger beroep van het door de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats Eindhoven, in kort geding gewezen vonnis van 1 maart 2017 tussen appellante als gedaagde in conventie, eiseres in reconventie en geïntimeerde als eiser in conventie, verweerder in reconventie.

1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 5635630 17-301)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
Appellante heeft bij exploot van 24 maart 2017 aangezegd van genoemd vonnis in hoger beroep te komen met dagvaarding van geïntimeerde voor dit hof.
2.2.
Ter rolle van 11 april 2017 is de zaak aangebracht en is geïntimeerde bij advocaat verschenen.

3.De beoordeling

3.1.
Het hof ziet aanleiding om een comparitie van partijen te gelasten. Het doel is het beproeven van een minnelijke regeling of de doorwijzing naar mediation. Voorts kan de comparitie worden benut om informatie uit te wisselen en om eventuele instructies met betrekking tot de zaak te geven. Het hof verwijst voor nadere algemene informatie over de comparitie naar www.rechtspraak.nl (deelsite Gerechtshof 's-Hertogenbosch, onder “Regels en procedures”).
3.2.
De geplande duur van de zitting is anderhalf uur. Ter comparitie zal niet de gelegenheid worden geboden om te pleiten. Hieronder wordt verstaan het juridisch beargumenteren van de zaak al dan niet aan de hand van een voorbereide, uitgeschreven pleitnotitie.
3.3.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

4.De uitspraak

Het hof:
bepaalt dat partijen in persoon, als het om een rechtspersoon gaat deugdelijk vertegenwoordigd door een persoon die van de zaak op de hoogte is en die tot het treffen van een minnelijke regeling bevoegd is, op
14 augustus 2017 om 13.30 uurzullen verschijnen voor
mr. C.E.L.M. Smeenk-van der Weijden als raadsheer-commissaris, die daartoe zitting zal houden in het Paleis van Justitie aan de Leeghwaterlaan 8 te 's-Hertogenbosch, met de hiervoor onder 3.1 vermelde doeleinden;
bepaalt dat de advocaat van appellante uiterlijk 6 juni 2017 een fotokopie van het volledige procesdossier zal overleggen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. C.E.L.M. Smeenk-van der Weijden, M.A. Wabeke en
J.M.H. Schoenmakers en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 23 mei 2017.
griffier rolraadsheer