Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 23 mei 2017 waarbij het hof een comparitie na aanbrengen heeft gelast;
- het proces-verbaal van comparitie van 14 augustus 2017;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep met producties;
- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep met een productie;
- de akte van [geïntimeerde] ;
- de antwoordakte van [appellante] .
6.De beoordeling
op zaterdag de gehele dag op de markt in [plaats 1] .”
(…) De boete van € 2.270,00 die [appellante] aan [geïntimeerde] heeft opgelegd omdat hij werkzaamheden heeft verricht op de markt in [plaats 1] zal [appellante] moeten terugbetalen. (…)
(…) Uit de screenschot van twee Facebook berichten lijkt te volgen dat [geïntimeerde] ook op de markt in [plaats 2] op 5 juni 2015[hof: bedoeld zal zijn: 5 juni 2016]
en op de markt in [plaats 3] heeft gestaan. Het verweer van [geïntimeerde] dat hij die berichten op Facebook heeft gezet om zijn zoon te promoten blijkt niet uit die berichten en zal daarom door de lezer niet zo worden opgevat, het komt voorshands niet aannemelijk voor; het moet er daarom voor worden gehouden dat het [geïntimeerde] eigen activiteit betreft. Het wordt er daarom voor gehouden dat [geïntimeerde] het verbod om nevenactiviteiten te verrichten heeft overtreden. (...) [geïntimeerde] heeft tussen twee ritten op een woensdag op de markt in [plaats 3] gestaan. [geïntimeerde] is gelet op de overtreding van het verbod de daarop gestelde boete verschuldigd. (…) De kantonrechter begrijpt dat [geïntimeerde] een beroep op matiging van de boete doet. Het komt redelijk voor om de boete te matigen tot een bedrag van € 500,00. [geïntimeerde] zal worden veroordeeld tot betaling daarvan.
“van de dag genieten bij [plaats 2] -Holland”en dat hij op 4 januari 2017 een foto van een billboard met reclame voor de markt te [plaats 3] op Facebook heeft gezet. Naar het oordeel van het hof is dat voorshands onvoldoende om aan te kunnen nemen dat [geïntimeerde] op 5 juni 2016 op de markt te [plaats 2] heeft gestaan en dat hij op