Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de vader, bijgestaan door mr. Houtman;
- de moeder, bijgestaan door mr. Smits;
- de heer [vertegenwoordiger van de raad] , namens de raad.
,hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.
3.De beoordeling
[minderjarige], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2013 (hierna: [minderjarige] ) gewijzigd en voorlopig bepaald dat er geen omgang istussen de vader en [minderjarige] , tenzij de vader zou instemmen met begeleide omgang, die dan ter nadere invulling door de GI zou plaatsvinden, enkel en alleen indien de GI dit in het belang van [minderjarige] zou achten. Voorts heeft de rechtbank de raad verzocht onderzoek te doen naar de mogelijkheden van een zorgregeling tussen [minderjarige] en de vader (en de moeder) en hierover verslag te doen aan de rechtbank. Iedere verdere beslissing is aangehouden. Bij de bestreden - uitvoerbaar bij voorraad verklaarde - beschikking van 13 juli 2016 heeft de rechtbank bepaald dat er geen omgangsregeling zal zijn tussen de vader en [minderjarige] .
4.De beslissing
6 juni 2017 te 13.30 uur;