Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
2.2 Feitelijk bestuurder
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
Voor zover belanghebbende zich beroept op de uitlating van de Ontvanger tijdens de eerste mondelinge behandeling, waarin de Ontvanger de vraag van het Hof of ervan uit kan worden gegaan dat de melding betalingsonmacht in maart 2011 heeft plaatsgevonden, bevestigend beantwoordt, faalt deze stelling. De Ontvanger is in de verdere procedure op deze akkoordverklaring teruggekomen, nadat de uitkomsten van het onder 2.17 vermelde rapport betreffende het onderzoek naar de stempels op diverse brieven, waaronder de brief van 8 maart 2011, hem bekend zijn geworden.