3.1.Het gaat in dit hoger beroep om het volgende.
a. a) [appellant] is eigenaar van het perceel aan de [adres] te [woonplaats 1], kadastraal bekend gemeente [woonplaats 2], [sectieletter], perceel nr. [sectienummer 1], met bestemming wonen en akkerbouw, op welk perceel ook zijn woning is gelegen. Tevens heeft [appellant] in eigendom de naastgelegen percelen met kadastrale aanduiding gemeente [woonplaats 2], [sectieletter], perceel nrs. [sectienummer 2] en [sectienummer 3], met bestemming akkerbouw respectievelijk natuurterrein.
b) [geïntimeerde] is eigenaar van twee aan elkaar grenzende percelen landbouwgrond aan de [adres], met kadastrale aanduiding gemeente [woonplaats 2], [sectieletter], perceel nrs. [sectienummer 4] en [sectienummer 5].
c) Tussen de percelen van [appellant] en de percelen van [geïntimeerde] loopt een sloot die wordt beheerd door en eigendom is van Waterschap de Brabantse Delta.
d) Langs de sloot staan op de percelen van [appellant] ongeveer 50 bomen. De bomen vormen een groenstrook, welke groenstrook deels opgaat in een groter bos. Op het perceel van [appellant] staat tevens een lindeboom. In een brief van de gemeente [woonplaats 1], gedateerd 15 juni 2011 (als prod. 12 ten behoeve van de descente in eerste aanleg overgelegd door [appellant]) heeft de gemeente [woonplaats 1] aan [appellant] bericht dat deze lindeboom is opgenomen in de gemeentelijke waardevolle bomenlijst. Dit betekent volgens genoemde brief dat de lindeboom van waarde is voor de groenbeleving in de gemeente [woonplaats 1] en dat een vergunning nodig is indien men de lindeboom zou willen kappen.
e) Op 12 april 2013 heeft [appellant] een brief van [geïntimeerde] ontvangen waarin [geïntimeerde] aankondigt dat hij op korte termijn wil overgaan tot het snoeien van op zijn percelen overhangende takken van de bomen van [appellant].
f) Op 14 april 2013 heeft [appellant] geconstateerd dat een groot aantal van zijn bomen (waaronder de lindeboom) was gesnoeid. De snoeiwerkzaamheden zijn uitgevoerd door zonen van [geïntimeerde].
g) Een door [appellant] ingeschakelde deskundige, de heer [partij-deskundige], als geregistreerd boomtaxateur verbonden aan [groenprojecten] Groenprojecten B.V. te [vestigingsplaats] (hierna te noemen: de partij-deskundige), heeft in een brief van 16 januari 2014 (prod. 11 descente eerste aanleg) geschreven dat boomtechnisch onverantwoord is gesnoeid. Takken zijn op stompen (af)gezaagd, dan weer lang en dan weer kort. Takken zijn ingescheurd, waardoor snoeiwonden zich niet of beperkt kunnen afgrendelen. Verder zijn diverse bomen hoog opgekroond, hetgeen geenszins noodzakelijk was. De snoei-ingrepen komen volgens de partij-deskundige duidelijk niet overeen met een gebruikelijke beheervisie van een groenstrook en zijn conclusie luidt dat de groenstrook in veel slechtere staat verkeert dan wanneer deze door een professional zou zijn gesnoeid.
In een door de partij-deskundige in opdracht van [appellant] opgemaakt taxatierapport (prod. 13 descente eerste aanleg) staat dat in totaal bij 43 bomen afgezaagde takken zijn waargenomen. Van de 43 bomen zijn 25 bomen geheel afgezaagd en bij de resterende bomen zijn in totaal 180 takken (veelal op onprofessionele wijze) afgezaagd. Bij vrijwel alle takken is het hout richting de stam ingescheurd of is sprake van uitstekende stukken hout of schors, aldus de partij-deskundige. De partij-deskundige merkt in zijn rapport op dat de bomen deel uitmaken van een groenstrook die een groene, dichte afscheiding vormde van het landbouwperceel en de autosnelweg. Door de wijze waarop de bomen zijn gesnoeid, is deze functie thans beperkt. Het herstel van de bomen kan 5 tot 20 jaar duren en het tijdelijke functieverlies is volgens de partij-deskundige aan te merken als schade. Rekening houdend met de diversiteit aan soorten, omvang, leeftijd, verschil in schade per boom en met de omstandigheid dat de bomen (behalve de lindeboom) onderdeel uitmaken van een groenstrook, heeft de partij-deskundige de boomwaarde berekend en een schadebedrag per boom vastgesteld op basis van het percentage functieverlies. De partij-deskundige heeft de schade begroot op een totaalbedrag van € 28.034,70, bestaande uit een bedrag van € 26.723,00 aan schade aan de bomen en een bedrag € 1.550,00 wegens bijkomende kosten (snoei- en opruimwerkzaamheden).
3.2.1.[appellant] heeft [geïntimeerde] in rechte betrokken en gevorderd dat [geïntimeerde] wordt veroordeeld tot betaling van € 28.034,70 ter vergoeding van schade door het onrechtmatig snoeien van de bomen en een bedrag van € 1.058,75 aan deskundigenkosten, vermeerderd met rente en proceskosten. [appellant] heeft hierbij betoogd dat het snoeien van de overhangende takken in dit geval als onrechtmatig moet worden aangemerkt, omdat hij geen toestemming voor het snoeien heeft gegeven en niet in de gelegenheid is gesteld deze werkzaamheden zelf te verrichten, terwijl er zo rigoureus is gesnoeid dat er schade is ontstaan. Bovendien geldt voor een groot deel van de bomen dat de daarvan gesnoeide takken niet reikten over de percelen van [geïntimeerde], aldus [appellant].
3.2.2.In reconventie heeft [geïntimeerde] gesteld dat de groenstrook van [appellant] zodanig hoog is uitgegroeid dat sprake is van het veroorzaken van onrechtmatige hinder, omdat veel zonlicht wordt ontnomen aan zijn landbouwgronden, als gevolg waarvan hij schade lijdt in zijn bedrijfsvoering. [geïntimeerde] heeft een veroordeling van [appellant] gevorderd tot het aftoppen van de groenstrook op 5 meter hoogte en tot het betalen van een schadevergoeding. [geïntimeerde] heeft daarnaast aanspraak gemaakt op vergoeding van de kosten van het snoeien van de groenstrook door zijn zonen.
3.2.3.De rechtbank heeft, na een descente, de conventionele vordering toegewezen tot een totaalbedrag van € 2.608,75 (vermeerderd met wettelijke rente): € 1.550,00 aan schadevergoeding in verband met het snoeien van de bomen (de hiervoor in r.o. 3.1. onder g bedoelde kosten voor snoei- en opruimwerkzaamheden) en € 529,38 in verband met de (helft van de) kosten van de partij-deskundige. In reconventie heeft de rechtbank de vorderingen afgewezen. [geïntimeerde] is zowel in conventie als in reconventie veroordeeld in de proceskosten.