ECLI:NL:GHSHE:2016:5587

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
15 december 2016
Publicatiedatum
19 december 2016
Zaaknummer
200.149.647/01 en 200.149.655/01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek naar waardering aandelen en pensioenaanspraken in ontbonden huwelijksgemeenschap

In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep in een civiele procedure over de verdeling van een ontbonden huwelijksgemeenschap. De zaak is aanhangig gemaakt door de vrouw, die in principaal appel optreedt, en de man, die in incidenteel appel optreedt. De zaak heeft betrekking op verschillende onderwerpen, waaronder gebruiksvergoeding, partner- en kinderalimentatie, waardering van aandelen, rekening-courant schuld, hypotheekrente, vergoedingsrecht en de afstorting van in eigen beheer opgebouwde pensioenaanspraken.

De beschikking van 22 september 2016 heeft het hof de partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de benoeming van een deskundige voor de waardering van de aandelen in de BV, rekening houdend met de pensioenaanspraken van de vrouw. Het hof heeft geoordeeld dat een deskundigenonderzoek noodzakelijk is om de omvang van de pensioenaanspraak op de peildatum 29 maart 2013 vast te stellen, evenals het aandeel van de vrouw daarin en het bedrag dat nodig is voor afstorting van haar deel.

In de uitspraak van 15 december 2016 heeft het hof de heer mr. drs. P.A. van Steensel RA benoemd als deskundige. Het hof heeft bepaald dat de deskundige gemotiveerd en nauwkeurig antwoord moet geven op specifieke vragen met betrekking tot de pensioenaanspraak en de liquidatiewaarde van de BV. Tevens is er een voorschot op de kosten van de deskundige vastgesteld en zijn er voorwaarden gesteld aan de benoeming van de deskundige. De verdere beslissing is aangehouden tot 20 april 2017, pro forma.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Afdeling civiel recht
Uitspraak: 15 december 2016
Zaaknummers: 200.149.647/01 en 200.149.655/01
Zaaknummer eerste aanleg: C/01/261067/ FA RK 13-1644
in de zaak in hoger beroep van:
[de vrouw],
wonende te
[woonplaats]
appellante in principaal appel,
verweerster in incidenteel appel
,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat: voorheen mr. O. Surquin, thans mr. C.C.J. Aarts,
tegen
[de man],
wonende te
[woonplaats]
verweerder in principaal appel,
appellant in incidenteel appel,
hierna te noemen: de man,
advocaat: mr. B. du Fossé.

5.De beschikking d.d. 22 september 2016

Bij die beschikking heeft het hof partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten zoals in rov. 3.9.1.4. en 3.9.3.4 is bepaald, waarbij partijen vervolgens de gelegenheid hebben gehad op elkaars akte te reageren.

6.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

6.1.
Het hof heeft kennisgenomen van de inhoud van:
- de brief van de advocaat van de man d.d. 26 oktober 2016;
- de brief van de advocaat van de vrouw d.d. 15 november 2016.

7.De verdere beoordeling

7.1.
Bij genoemde tussenbeschikking van 22 september 2016 heeft het hof:
het voornemen geuit om ten behoeve van de waardering van de aandelen [de BV] BV een deskundige te benoemen ter vaststelling van de liquidatiewaarde van [de BV] BV, rekening houdende met de al dan niet gedeeltelijke afstorting van de pensioenaanspraak van de vrouw (rov. 3.9.1.4);
een deskundigenonderzoek noodzakelijk geoordeeld ter beoordeling van a) de omvang van de pensioenaanspraak op de peildatum 29 maart 2013 in [de BV] BV, alsmede b) omtrent het aandeel van de vrouw daarin, berekend naar de maatstaven van de Wet Verevening Pensioenrechten na echtscheiding, alsmede c) het bedrag dat nodig is voor afstorting van het deel van de vrouw (rov. 3.9.3.4).
Partijen zijn vervolgens in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten zoals in rov. 3.9.1.4 en 3.9.3.4 is bepaald.
7.2.
Partijen hebben daarop laten weten dat met de benoeming van één deskundige kan worden volstaan, waarbij zij de persoon van de te benoemen deskundige ter beslissing aan het hof overlaten. Gelet hierop zal het hof één deskundige benoemen en wel na te noemen persoon:
mr. drs. P.A. van Steensel RA
Adviesburo Van Steensel
Postbus [Postbus]
[postcode] [kantoorplaats]
7.3.
Het hof bepaalt dat de deskundige gemotiveerd en zo nauwkeurig mogelijk antwoord dient te geven op de volgende vragen:
1. a) wat is de omvang van de pensioenaanspraak op de peildatum 29 maart 2013 in [de BV] BV;
b) wat is het aandeel van de vrouw daarin, berekend naar de maatstaven van de Wet Verevening Pensioenrechten na echtscheiding;
c) wat is het bedrag dat nodig is voor afstorting van het deel van de vrouw?
2. Wat is, rekening houdende met de al dan niet gedeeltelijke afstorting van de pensioenaanspraak van de vrouw, de liquidatiewaarde van [de BV] BV per de peildatum 29 maart 2013?
7.4.
Het hof zal overeenkomstig het overwogene in rov. 3.9.3.4 van genoemde tussenbeschikking het voorschot van de deskundige, door de deskundige begroot op € 9.250,- (inclusief BTW), voorshands gelijkelijk ten laste van partijen brengen.

8.De beslissing

Het hof:
op het principaal en incidenteel appel:
bepaalt dat een deskundigenonderzoek wordt verricht naar de in rov. 7.3 van deze beschikking geformuleerde vragen;
benoemt tot deskundige ter beantwoording van deze vragen:
de heer mr. drs. P.A. van Steensel RA
Postbus [Postbus]
[postcode] [kantoorplaats]
telefoonnummer: [telefoonnummer]
faxnummer: [faxnummer]
onder de voorwaarde dat door partijen een exoneratieclausule wordt getekend, waarin partijen verklaren dat de deskundige, behoudens opzet en grove schuld, is uitgesloten van alle aansprakelijkheid ten aanzien van de gevolgen van zijn rapportage;
een en ander tenzij (één van) partijen binnen veertien dagen na deze uitspraak
bij brief aan de griffier van dit hofmet afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij)tegen de benoeming van deze deskundige bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval het hof op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen;
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van deze beschikking aan de deskundige toezendt;
bepaalt dat partijen binnen één week na de datum van deze beschikking (een afschrift van) de verdere processtukken aan de deskundige ter beschikking zullen stellen en alle door deze gewenste inlichtingen zullen verstrekken;
bepaalt dat de deskundige eerst met het onderzoek begint nadat daartoe van de griffier bericht is ontvangen;
bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek –
en ten aanzien van de conceptrapportage– partijen in de gelegenheid stelt opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het schriftelijk bericht van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het bericht tevens melding wordt gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
verzoekt de deskundige een schriftelijk en met redenen omkleed bericht, met een duidelijke conclusie, in te leveren ter griffie van dit hof en tegelijkertijd een afschrift van het bericht aan de advocaten van partijen toe te zenden;
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op drie maanden nadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;
bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige op het door de deskundige begrote bedrag van in totaal € 9.250,- inclusief BTW (betreft 32 uur), tenzij (één van) partijen binnen veertien dagen na deze uitspraak
bij brief aan de griffier van dit hofmet afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij)tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval het hof op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen en de hoogte van het voorschot zal bepalen;
bepaalt dat ieder van partijen wordt belast met de helft van genoemd voorschot van € 9.250,-, derhalve € 4.625,-,
bepaalt dat de man laatstgenoemd bedrag zal voldoen na ontvangst van de nota met betaalinstructies die door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal worden verzonden;
bepaalt dat het voorschot van de vrouw, nu aan deze partij een toevoeging is verleend, voorlopig ten laste van ’s Rijks kas komt;
verzoekt de deskundige, indien zijn kosten het voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
benoemt mr. G.J. Vossestein tot raadsheer-commissaris, tot wie de deskundige zich, door tussenkomst van de griffier dient te wenden met (procedurele) vragen en verzoeken indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft;
houdt iedere verdere beslissing aan tot 20 april 2017 PRO FORMA.
Deze beschikking is gegeven door mrs. G.J. Vossestein, M.J. van Laarhoven en A.R. Autar en is in het openbaar uitgesproken op 15 december 2016.